Quantcast
Channel: MuziekvanNu
Viewing all articles
Browse latest Browse all 228

Seung-Ah Oh: 'Nan Sul Hun vond vriendschap in haar poëzie'

$
0
0

In opdracht van de Cellobiënnale en het Asko|Schönberg componeerde Seung-Ah Oh (Seoul, 1969) Aphonic Dialogue voor ensemble, cello en stem. De twee solisten, Doris Hochscheid en Salomé Kammer, pogen vergeefs contact met elkaar te maken. Het stuk beleeft zijn wereldpremière op 23 oktober in het Muziekgebouw aan ’t IJ.

 

Een week later, op woensdag 29 oktober klinkt daar ook de eerste uitvoering van het avondvullende Words & Beyond II: Nan Sul Hun, waarin de hoofdpersoon haar sociale isolement tracht te doorbreken met het schrijven van gedichten. Oh componeerde het voor Slagwerk Den Haag, de Koreaanse zangeres Min-Hee Park, Keomugospeler Soo-In Son en de Nederlandse accordeonist Marieke Grotenhuis. [keomungo: Koreaanse citer, TD]

 

Oh reageert totaal verrast wanneer ze hoort dat sommigen haar vergelijken met Tan Dun. Maar al snel valt het kwartje: Zij laat zich inspireren door Koreaanse muziek, hij door Chinese, dus het labeltje ‘East meets West’ is snel geplakt.

 

Oh: 'Ik vind het vervelend als mensen me op die manier willen vastpinnen. Op zich is het natuurlijk een compliment om vergeleken te worden met Tan Dun, want hij is een gearriveerd kunstenaar, die een goede manier heeft gevonden om met het publiek te communiceren. Maar eerlijk gezegd vind ik zijn aanpak een beetje oppervlakkig, vooral in zijn latere werk.

 

Bovendien ben ik niet opgegroeid met Koreaanse muziek, maar geheel westers opgeleid; in 1996 ging ik in Amerika studeren. Pas toen ik vijf jaar later naar Nederland kwam voor een vervolgopleiding bij Louis Andriessen begon ik me te verhouden tot mijn culturele achtergrond. Omdat mensen daarnaar vroegen.

 

Toen ik me in de traditionele Koreaanse muziek ging verdiepen, was dat een verrijkende ervaring; het was prettig en zelfs vertroostend op zoek te gaan naar mijn wortels. Ik bleek heel veel dingen te kunnen gebruiken in mijn hedendaagse muziek, maar streef er niet bewust naar Oost en West samen te brengen. Dat gebeurt vanzelf, omdat ik die cultuur heb geïnternaliseerd.'

 

Voelt u wel verwantschap met componisten als Unsuk Chin en Isang Yun?

Unsuk Chin staat inderdaad dichter bij mij, zij is een componist tegen wie ik enorm opkijk en die ik ook persoonlijk ken. Wat ik in haar muziek bewonder is dat zij in elke compositie naar nieuwe wegen zoekt, ze gaat telkens verder en dieper, blijft zich ontwikkelen. Maar ze is een stuk 'westerser' dan ik.

 

Yun kende ik helemaal niet, toen ik opgroeide was zijn werk in Korea verboden. Pas later ontdekte ik hoe belangrijk hij was geweest in Duitsland en ik ben hem dankbaar dat hij het Aziatische element inbracht, maar ook zijn muziek is mij vaak wat te eenduidig. Vergelijk het met het gebruik van de primaire kleuren rood, geel en blauw, het zijn heel directe vormen van expressie, ik streef naar…

 

…meer diepgang?

Dat niet per se, maar ik hoop wel een ander aspect van de kruisbestuiving tussen de twee culturen te presenteren omdat ik me de muziek helemaal eigen heb gemaakt. Neem bijvoorbeeld de pentatonische toonladder, die veel voorkomt in Aziatische muziek [vijftoonstoonladder, zonder halve toonafstanden, TD] Ik gebruik die soms wel, maar in de oorspronkelijke Koreaanse stemming. Die wijkt totaal af van wat wij op de piano spelen, want de intervallen zijn heel anders.

 

Kunt u een voorbeeld geven?

Neem de afstand tussen de tonen Sol en La: westerlingen interpreteren die als een grote secunde, maar in de Koreaanse pentatonische stemming is de afstand net iets groter, terwijl de afstand van La naar Do, een kleine terts, juist weer ietsje kleiner is. Maar het hele concept van musiceren is anders, want belangrijker dan de melodie zelf, is de manier waarop je van de ene toon naar de andere gaat. Daarom klinken transcripties van Aziatische muziek vaak zo verschrikkelijk saai, want men neemt alleen de oppervlakkige kenmerken over en gaat voorbij aan de essentie, die hem zit in zeer gestileerde versieringen.

 

In Words & Beyond I: Hwang Jin-Yi gebruikte u ChongGa, wat houdt dat in en gaan we het ook horen in uw nieuwe stukken?

ChongGa is een vocale techniek die werd gebruikt door de hoogste klassen als een vorm van meditatie. Deze is helemaal gericht op beheersing en controle, er is ook nauwelijks vibrato. Voor zover ik het begrepen heb, mochten zij niet rennen of snelle bewegingen maken, maar moesten ze altijd waardig en traag voortschrijden. Je kunt ChongGa zien als een alternatief voor lichamelijke oefening. Zittend op de grond haal je als het ware energie uit de aarde, terwijl je zingt vanuit het diepste punt van je lichaam.

 

De basis is een haiku, die op een zingende manier gereciteerd wordt. De 43 lettergrepen worden eindeloos uitgerekt, zodat zo’n lied wel vijf of tien minuten duurt. De tekst wordt onverstaanbaar, maar daar draait het ook niet om. De lettergrepen dienen slechts als middel om toonhoogtes en klankkleuren te produceren. Door je geheel te concentreren op het projecteren van een pure toon, diep vanuit je binnenste, breng je je ingewanden – en daarmee je hele wezen – in harmonie.

 

In Aphonic Dialogue gebruik ik deze techniek niet, maar wel in Words & Beyond II, dat wordt gezongen door de Koreaanse Min-Hee Park. Zij zal overigens af en toe wel uitstapjes maken naar westerse technieken.

 

Zijn er raakvlakken tussen Aphonic Dialogue en Words & Beyond II?

Dat was niet mijn uitgangspunt, maar doordat ik aan beide stukken tegelijkertijd werkte drong zich een verwantschap op. Aphonic Dialogue beschrijft hoe moeizaam wij met elkaar communiceren. Je denkt te luisteren, maar je gedachten dwalen af en je begrijpt niet wat de ander zegt, of omgekeerd. Ik wilde die miscommunicatie vangen in muziek, maar de thematiek van het onbegrepen zijn zit ook sterk in Words & Beyond II. Bovendien is het gedicht van Jerry Williams losjes geïnspireerd op de hoofdpersoon uit Words & Beyond II: Nan Sul Hun. 

 

Zij was een Koreaanse aristocrate uit de zestiende eeuw die opgroeide in een gezin waarin ze haar intellectuele capaciteiten volledig kon ontplooien. Dat stopte echter toen ze werd uitgehuwelijkt aan een man die vrouwen als ondergeschikt beschouwde. Hij weigerde op gelijk niveau met haar te communiceren, maar ik vermoed dat zij hem geestelijk overklaste en dat hij haar daarom buitensloot. Nan Sul Hun belandde in een sociaal isolement en zocht haar toevlucht in het schrijven van gedichten. Zo vond ze vriendschap in haar poëzie.

 

Words & Beyond II is het tweede deel van een trilogie, wat is de relatie met het eerste deel?

Hwang Jin-Yi en Nan Sul Hun leefden beiden in de zestiende eeuw en behoorden tot de Chosun dynastie. De eerste was een courtisane, de tweede een aristocrate, maar ondanks hun totaal verschillende achtergrond ervoeren zij dezelfde sociale conflicten en vonden ze aan het eind van hun leven verlichting. Hwang Jin-Yi trok zich terug op het platteland om dicht bij het volk te zijn, Nan Sul Hun verzoende zich met haar vroegtijdige dood, die ze zelf in een gedicht voorspelde.

 

Deel I eindigt met Hwang Jin-Yi, op haar eigen begrafenis dansend achter een scherm: zij is al uit het leven verdwenen. Deel II begint met een geest – misschien wel van Hwang Jin-Yi - die gaandeweg het leven en de gedachtes van Nan Sul Hun doorleeft en steeds meer met haar samenvalt. Aan het slot kiest zij heel bewust haar naam: Nan Sul Hun betekent ‘orchidee’, ‘sneeuw’, huis’. Dat is een belangrijk keerpunt, want in Korea kregen meisjes vaak alleen een naam als ‘het zesde kind’. Nan Sul Hun heeft dus definitief zichzelf gevonden en kan met een gerust hart sterven.

 

Een tweede overeenkomst is dat ik ook nu heb gestreefd naar een vorm van totaaltheater. Vaak staan muziek, dans, licht en ruimte min of meer los van elkaar, maar in de installatie van Jinnie Seo is alles onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze bestaat uit half doorzichtige plastic buizen die met vislijn aan elkaar zijn bevestigd en allerlei vormen kunnen aannemen. Als ze bewegen klinkt er een geruis dat naadloos aansluit bij de klanken van het slagwerk. Seo maakte ook de kostuums. De musici dragen een moderne variant van traditionele Koreaanse gewaden, de dansers hebben een visnetachtige cape die lijkt op vleugels. Ook die produceren geluid.

 

Waar zal Words & Beyond III over gaan?

Mijn bedoeling was om de twee dames elkaar te laten ontmoeten in een imaginaire dialoog, maar het kan heel goed zijn dat het toch wat anders wordt.

 

 

Seung-Ah Oh Aphonic Dialogue

Muziekgebouw aan ’t IJ 23 oktober 20.15 uur (wereldpremière, Cellobiënnale)
Asko|Schönberg o.l.v. Reinbert de Leeuw
Doris Hochscheid, cello
Salomé Kammer, sopraan
Jerry Williams, tekst

 

Seung-Ah Oh Words & Beyond II: Nan Sul Hun
Muziekgebouw aan ’t IJ 29 oktober 20.15 uur (wereldpremière)
De Doelen, 3 november 20.15 uur
Theater aan de Parade, 8 november 21.00 uur (November Music)
Slagwerk Den Haag
Ria Marks, regie
Jinnie Seo, decor, installatie, kostuums
Stefan Dijkman, lichtontwerp
Jerry Williams, vertalingen en dramaturgie

Min-Hee Park, ChongGa zang
Soo-In Son, keomungo (Koreaanse citer)
Marieke Grotenhuis, accordeon
Dansers van de Codarts Dansacademie

 

Categorie: 

Viewing all articles
Browse latest Browse all 228