
Het afgelopen weekend trokken drie concerten met muziek van nu de aandacht van de pers. Op vrijdag de 10e voerde het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van de Amerikaan James Gaffigan een programma uit met werk van Mahler en een première van Paul Michael van Brugge. Met name Matthew Midgley, de solerende contrabassist in At times I get so lonely, it just makes sense van Van Brugge (1959) oogstte bewondering. De Volkskrant (13/5, ****) over dit stuk: ‘In dat uur begint de contrabas alleen en eindigt hij alleen. In een aantal scènes gaat hij relaties aan met de strijkers, met de houtblazers, met het koper en het fors bezette slagwerk in het orkest maar tussen die contacten door zijn er lange passages waarin alleen rasmuzikant Matthew Midgley op zijn bas aan zet is. Geholpen door de versterkte toon van het instrument verkent hij het hele scala, van een grauwend gestreken oerklank via nauwkeurig getimede tokkeltonen tot hyperindividuele jazz. Van Brugge, vooral bekend als schrijver van filmmuziek, noemt zijn compositie een road concerto, waarin het symfonieorkest de wereld is en de contrabas de eenling die zich in zijn reizen door die wereld staande moet zien te houden.’
Ook op 11 mei was nieuw werk te beluisteren; het pianoconcert Night Butterflies van Alexander Raskatov door het Residentie Orkest en Tomoko Mukaiyama in een programma met louter Russen, gedirigeerd door Reinbert de Leeuw. NRC (13/5) laat gastrecensent Valentina Tóth (pianiste, 1994) aan het woord. ‘Gevoelsmatig volgde het werk een driedeling: het begin was heel ingetogen, haast meditatief, en soliste Tomoko Mukaiyama had de zaal volledig in haar greep. Na het vuurwerk van het snelle middendeel vol glissandi keerde die ingetogen sfeer weer terug. […] Mukaiyama was de ster van de avond. Ze had precies de goeie klank: soms werd de piano als slaginstrument gebruikt, dan weer razendsnelle vederlichte loopjes, maar zowel in het fortissimo als in het pianissimo bleef haar klank compact en helder.’ Toth deelt 5 sterren uit.
In Het Parool (13/5) speculeert Erik Voermans over de opvolger van Sir Simon Rattle bij de Berliner Philharmoniker. Op 12 mei stond Jaap van Zweden voor dit orkest in Het Concertgebouw, nadat Mariss Jansons zich op advies van de dokter had teruggetrokken. Over het Concert voor Orkest van Bartók: ‘Vanaf de eerste seconden […] greep Van Zweden de luisteraar bij de lurven en de onwaarschijnlijke klankpracht van dit absolute toporkest deed de rest.’ Naast Christian Thielemann schijnt nu voor de functie van chef-dirigent van de Berliner Philharmoniker per 2018 ook de naam van Jaap van Zweden te circuleren.