Quantcast
Channel: MuziekvanNu
Viewing all articles
Browse latest Browse all 228

Baanbrekend muziektheater kampt met kinderkwaaltjes

$
0
0

Over geen productie is de laatste maanden zoveel geschreven als over de 3D-film-opera Sunken Garden, de gezamenlijke pennenvrucht van bestsellerauteur David Mitchell (libretto) en nationaal 'Gesammtkünstler' Michel van der Aa (muziek, film en regie). Na de Londense première, medio april, waren de kritieken even talrijk als uiteenlopend. Enerzijds geprezen als technisch huzarenstukje en opera van de toekomst, anderzijds genadeloos afgefakkeld als pretentieus gewauwel van bordkartonnen personages in een hopeloze plot.

 

In de Rabozaal van de Amsterdamse Stadsschouwburg ontvouwde Sunken Garden zich vrijdagavond als een raadselachtige geschiedenis rondom hoofdpersoon Toby Kramer (Roderick Williams). De ambitieuze videokunstenaar werkt aan een documentaire over softwareontwikkelaar Simon Vines (Jonathan McGovern), die net als de nachtbrakende twintiger Amber (Kate Miller-Heidke) spoorloos van de aardbodem is verdwenen. Kramer vindt het vermiste tweetal terug in een wonderlijke tuin, waarin niets is wat het lijkt. Het paradijselijke oord blijkt de virtuele creatie van de vileine miljonair Zenna Briggs (Katherine Manley), die er omwille van haar eigen onsterfelijkheid haar slachtoffers gevangen houdt tussen leven en dood. De tegenprestatie: vergetelheid. Een groot goed voor haar prooien, die stuk voor stuk worden getekend door verdriet en schuldgevoelens over het verlies van een dierbare.

 

Al met al een nogal fantastische vertelling, die door Mitchell echter de virtuoze vorm krijgt aangemeten die je van een schrijver van het kaliber Cloud Atlas mag verwachten. Keerzijde van de medaille is dat het libretto in al zijn gelaagdheid uit zijn voegen lijkt te barsten. Een listig opgezette detective, een luguber sciencefiction-sprookje, tal van knipogen naar Oud-Griekse mythologie (Kramer als een eigentijdse Odysseus en Orpheus, Briggs als venijnige verbastering van Calypso): het mag allemaal werken in een lijvige roman, maar voor een opera van amper twee uur ligt het wat zwaar op de maag. Helemaal als naar het einde toe met gewichtige thema's als verlies, rouw en schuld een ietwat clichématige moraal wordt opgedist: 'Leben ist Leiden' (maar niettemin de moeite waard).

 

Subtieler is de manier waarop het schemergebied tussen realiteit en schijnwerkelijkheid stelselmatig wordt afgetast. In het libretto, waar de 'backstreets of waking and dreaming' steeds meer met elkaar verknoopt raken, maar ook in Van der Aa's fijnmazige contrapunt van muziek, film en regie.

Van der Aa ten voeten uit is zijn ingenieuze gebruik van elektronica, waarmee hij vooraf opgenomen materiaal en filmgeluiden (brekende takjes, ritmisch getik op een visitekaartje, het gezoem van een mug) als een virtuele sluier over instrumentale klanken legt. Muzikale noviteit: de radicale stilistische uitstapjes die de componist zich permitteert, zoals de dance-achtige synthesizer-akkoorden en dreunende drum and bass-begeleiding die als een Leitmotiv aan het personage van Amber kleven.

Verbluffend zijn ook de trucs waarmee Van der Aa de scheidslijn tussen bühne en filmdoek weet te slechten: perfect getimede samenzang tussen live zangers op het toneel en hun virtuele collega's op doek, een sluier die uit een 3D-filmprojectie lijkt te worden getrokken.

Maar soms wordt ook pijnlijk duidelijk hoe broos Van der Aa's technologische illusionisme is. Bijvoorbeeld wanneer Toby Kramer in het filmdoek moet verdwijnen, maar een slordige licht-timing korte metten maakt met de beoogde illusie. En jammer maar waar: het 3D-aspect van de opera valt in dezelfde net-niet-categorie. Wat in theorie een geniale vondst lijkt om de virtuele dimensie van de verzonken tuin tot leven te brengen, blijkt in praktijk te mager uitgewerkt om een visueel verwende IMAX-generatie daadwerkelijk te overrompelen.

 

Ondanks dergelijke kinderziektes is Sunken Garden ontegenzeggelijk een baanbrekend stuk muziektheater. Al was het maar omdat Van der Aa het als een van de weinigen aandurft om een zo traditioneel genre als opera nieuw leven in te blazen met de technische mogelijkheden van deze tijd. Al doende raakt hij aan interessante actuele vraagstukken, zelfs in een hoogst fantastische opera als Sunken Garden. Want hoe zit het precies met onze eigen 'backstreets of waking and dreaming', in een tijdperk van social media, digitale identiteiten, interactieve games en de extended reality van de Google Glass?

Categorie: 

Viewing all articles
Browse latest Browse all 228