Quantcast
Channel: MuziekvanNu
Viewing all articles
Browse latest Browse all 228

In de pers: November Music en meer

$
0
0

De Sint-Janskathedraal in Den Bosch was het toneel van het Bosch Requiem van Rob Zuidam, in première gebracht door Asko|Schönberg, het Nederlands Kamerkoor en vocale solisten. Een bijtijds eerbetoon aan schilder Hiëronymus Bosch, die pas in 2016 vijfhonderd jaar geleden zal zijn gestorven. En een ‘onbetwist hoogtepunt’ van festival November Music (Joep Stapel, NRC 11-11), waar Zuidam composer in residence was. ‘Tegen een achtergrond van kopergeschal en gekke glissandi wist Zuidam direct een eigen sfeer op te roepen’, waarbij hij ‘lyriek niet schuwt’ en de bijdrage van violiste Monica Germino ronduit bijzonder is, vindt Peter van der Lint in Trouw  (11-11). De krant plaatste daags voor het concert een interview met de componist. Zuidam liet zich, zo blijkt, wel degelijk door de schilder inspireren. ‘Beeld en klank laten zich heel moeilijk één op één vertalen, maar in het In paradisum laat ik - daarop geïnspireerd - wel stemmen heel ijl in de hoogte zingen.’ ‘Smeltend hoge vrouwenstemmen’ en een ‘zorgvuldige orkestratie’ lieten Van der Lint na het concert achter met het gevoel een ‘bizarre Bosch-reis’ meegemaakt te hebben. Frits van der Waa (VK, 11-11) vindt het stuk niet erg overtuigend, door ‘het ontbreken van een verhaallijn in dit requiem is zijn vruchtbare fantasie een beetje met hem op de loop gegaan’. De compositie biedt een ‘afwisseling tussen schurende dissonanten, meanderende solozang en verzoenende akkoorden’, en vindt ‘aansluiting bij de traditie in de vorm van een hupse salterello en quasi-gregoriaans gezang’ (VK), juist een bewijs voor Joep Stapel dat ‘verpletterende schoonheid en ongehoorde klankverbeelding een zeer gelukkig huwelijk aangaan’, in een ‘uitmuntende uitvoering van NKK en Asko|Schönberg’. Het andere optreden van het NKK in een concert met gitarist Bram Stadhouders liet volgens Stapel wat ‘te wensen over’. ‘Gedrenkt in elektronica was de klankdefinitie op zijn best vaag, en die etherische geluidsmuur werd op den duur eentonig’. Sopraan Nora Fischer ontving lof voor haar uitvoering, met Asko|Schönberg, van Golijovs Ayre, een mix van ‘Sefardische, Spaanse en Arabische melodieën’. Ze bracht het met ‘aanstekelijk esprit’, en ook haar ‘breekbare’ uitvoering van Una madre comió was ‘adembenemend mooi’ (NRC 11-11).

 

Joep Stapel publiceerde in NRC (5-11) een voorbeschouwing van The Piano and the Flightsimulator  voor pianist Ralph van Raat, door componist Florian Maier. Bezit van een vliegbrevet blijkt noodzakelijk in deze op het lijf van Van Raat geschreven ‘tour de force’(Joep Stapel in NRC, 11-11). ‘Muziektechnoloog Thomas Rutgers (1983) bouwde een interface die pianotoetsen verbindt met commando’s in een vluchtsimulatieprogramma’, de vleugel ziet er ‘op het podium uit als een cockpit’ (NRC 5-11). Frits van der Waa (VK, 11-11) was bij het concert en enthousiast: Van Raat en Maier nemen ‘hun gehoor mee op een vliegtocht boven besneeuwde bergen’, ‘een belevenis waar beeld en geluid fraai samenwerken’.

 

Bij het concert van harpiste Godelieve Schrama en electronikaspeler Wouter SnoeiLa harpe c’est moi blijft Frits van der Waa (VK, 11-11) in verwarring over de herkomst van de diverse gespeelde stukken, omdat een programma pas na afloop werd verstrekt. Het ‘samenspel van licht, geluid en verschillende harpen’ is mooi, maar ‘schiet tekort’ als presentatie van acht nieuwe Nederlandse composities.

 

Biëlla Luttmer bespreekt het muziektheaterstuk Walden van Heiner Goebbels (VK, 7-11), een afgeslankte versie van zijn uit 1998 stammende verklanking van de gelijknamige klassieker van Henry David Thoreau. Ensemble Klang bracht het in het Amsterdamse Muziekgebouw als een ‘ontdekkingsreis door een ruig en onontgonnen terrein’. De stem van verteller Keir Neuringer vermengde zich ‘als een warme, menselijke klanklaag met de schurend ruwe geluiden en de elektronische ritmes’.

 

Het kan verkeren, lijkt Peter van der Lint  in Trouw (9-11) te denken: in de jaren ‘60 schopte Louis Andriessen nog rebels tegen instituten als het Koninklijk Concertgebouworkest, afgelopen week nam hij op het podium in het Concertgebouw het applaus in ontvangst voor de première door het orkest van zijn nieuwe opdrachtcompositie Mysteriën. Voor wie het roerige verleden van het Nederlandse muziekleven is vergeten, is er een boek verschenen: Composing Dissent – Avant-garde Music in 1960s Amsterdam door de Britse buitenstaander Robert Adlington. Dit ‘geweldig erudiete en spannend opgeschreven overzicht van tien jaar Nederlandse muziekgeschiedenis’ laat zien ‘hoe opruiend en opwindend de jaren 60 in Nederland waren, ook in die wereld van de ‘duffe’ klassieke muziek.’ Een aanrader, zo te horen.

 

CD’s

Terwijl het Requiem van Zuidam deze week in première ging, verscheen ook de cd met zijn McGonagall-Liederen door Asko|Schönberg en pianoduo Post & Mulder. Frits van der Waa roemt (VK, 6-11) sopraan Katrien Baerts, die ‘twaalf jaar geleden nog nauwelijks de kinderschoenen was ontgroeid, maar zich intussen heeft ontpopt tot Zuidamvertolkster en –muze par excellence.’ Ook bij de instrumentalisten is deze muziek in ‘elektriserende handen’. (****)

 

Van sopraan Tania Kross verscheen de cd Krossover, waarop ze ‘haar eigen generatie probeert te winnen voor opera’ (Mischa Spel in NRC, 11-11, ****), met hulp van bekende namen als Spinvis, Ruben Hein en bewerkingen door Bob Zimmermann. Het resultaat: ‘symfonische nummers die tussen pop en Puccini inhangen’. Maar ‘wie Krossover beluistert met door Verdi gescherpte oren ervaart de nummers wellicht als bombastisch – hoe goed de bedoelingen van de bruggenbouwer ook. […] Hopelijk doet de doelgroep zulke terzijdes af als gezeur en verhoogt Kross inderdaad de klassieke sensitiviteit van de LuckyFonz-generatie.’

 

Joep Stapel bespreekt in NRC (11-11, ****) de nieuwe opname van Adagio’s van Ligeti en Barber door het Keller Quartett– een niet voor de hand liggende keuze aldus de recensent. Maar, het ‘pakt opvallend goed uit’. Het contrast is hier en daar groot, maar ‘minstens zo interessant is de continuïteit die het Keller Quartett laat horen’.

 

Lavinia Meijer bracht een nieuwe cd uit met muziek van Ludovico Einaudi, die in Trouw van Peter van der Lint maar liefst één ster ontvangt. Nogal een contrast met haar vorige cd met muziek van Philip Glass (*****), wat volgens Van der Lint niet aan haar spel ligt, ‘geraffineerd, krachtig en gedurfd’, maar aan haar ‘keuze voor deze populaire muziek van Einaudi’. De cd is ‘niets minder dan een verzameling muzikale prut’, ‘laffe salonstukjes die je vroeger in suffe pianoalbums tegenkwam’.

 

Pianist Thomas Beijer nam een cd op met warme Spaanse muziek van Albeniz, De Falla, Rodrigo en Mompou. De ‘cd getuigt’, volgens Christo Lelie in Trouw (8-11), ‘van Beijers virtuositeit’, en bovenal van ‘zijn warme, muzikale en dansante manier van spelen van de muziek die alleen maar onder de Spaanse zon gecomponeerd kon worden’. (****)

 

‘Dramatisch en bitterzoet’ klinkt Rachmaninovs zwanenzang (Frederike Berntsen, Trouw 8-11, ****). De Symfonische Dansen zijn op stormachtige wijze op cd gezet door de Berliner Philharmoniker onder leiding van Simon Rattle, die het orkest ‘aanspoort tot een romige flirt in de wals’, en een ’innige dans’ in deel twee. Een ‘theatraal reuzengebaar’. 

Categorie: 

Viewing all articles
Browse latest Browse all 228