
Floris Don (NRC, 23 januari) en Frits van der Waa (VK, 23 januari) bezochten de opera Jenufa van Leos Janácek in De Munt in Brussel en geven de voorstelling de hoogste cijfers. 'Oogverblindend' mooi, schrijft Don, waarbij de 'quasi-Moravische folklore' wordt gecombineerd met de 'theatrale poses van het Kabuki-theater'. ‘De meest oogstrelende jugendstilpatronen’ schuiven voorbij (Van der Waa), waarbij uitersten in expressie ‘scherp in balans’ worden gebracht door dirigent Ludovic Morlot.
De tragische rol van Jenufa, die het bastaardkind van haar stiefdochter vermoordt wordt gezongen door sopraan Sally Mathews, 'die haar overtuigend laat groeien van naïef slachtoffer tot vergevingsgezinde vrouw, door leed wijs geworden.' (Don) Ook Jeanne-Michèle Charbonnet, ‘de moordenares met goede bedoelingen’, zingt ‘hartverscheurend’ (Van der Waa). ‘Hermanis Jenufa maakt de tocht naar Brussel de moeite waard.’
Het Radio Filharmonisch Orkest speelde onder leiding van Markus Stenz Honeggers Jeanne d’Arc au bûcher, de ‘meest curieuze toonzetting’ van haar leven. Een grote bezetting stelde zich op in Vredenburg Leidsche Rijn, maar ’70 minuten heldendom en godsvrucht eisten hun tol’. Het wordt al gauw ‘kermis’, ook al wordt ‘de zoetigheid opgediend in de smakelijke context van jazz, volksmuziek, neobarok en circusroffels’. ‘Gezocht: een dirigent die, sluwer dan Markus Stenz, uit de brokstukken een verpletterend oratorium smeedt. Want ergens tussen bidprentje en kermis schuilt een meesterwerk’. (Guido van Oorschot, VK, 27 januari)
In NRC (23 januari) een vervolg op het cultuurdebat. Componist Anna Backerra reageerde op de zorgen van de directeur van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Hans Waege, die in de krant van 9 januari meende dat de ontwikkelingen in de hedendaagse muziek problematisch zijn, omdat 'nieuwe muziek voelbaar en vakkundig de emoties van mensen zou moeten beroeren', en dat gebeurt niet. Backerra stelt dat er veel 'genietbare' hedendaagse muziek in Nederland wordt gecomponeerd, maar dat die 'van de Nederlandse podia geweerd wordt' […] omdat 'die niet op de muziek van Louis Andriessen lijkt'. Een nieuwe opera van haar hand, gebruikmakend van een 'nieuwe harmonische behandeling' is naar haar zeggen 'revolutionair', wat niet herkend wordt 'omdat de expertise ontbreekt'. Op 29 januari wordt een deel van de opera in Sint Petersburg uitgevoerd, alwaar Backerra wordt beschouwd als 'de belangrijkste nieuwe componist van Nederland'.
Tonny Eyk reageert op het opiniestuk van Melle Daamen (7 december) waarin deze stelde dat ballet beter vanuit het buitenland kan worden ingevlogen. Eyk suggereert dat Daamen het Mariinsky Ballet uit Sint Petersburg moet laten invliegen, alwaar de Nederlandse choreograaf Hans van Maanen 'repertoire van wereldniveau' produceert – met andere woorden, Nederland heeft op balletgebied juist veel in huis. Toneelschrijver Marc-Jan Trapman deelde pamfletten uit: 'Als er al sprake is van overproductie in de kunsten […] dan wordt die niet veroorzaakt door het gesubsidieerde deel van de cultuur, maar door de commerciële cultuur die inspiratie opdoet in Melle Daamens Stadsschouwburgzaal, [en] de gesubsidieerde kunstenaars die daar werken en leven.'
Deze week was het wereldberoemde Juilliard String Quartet in Nederland, aanleiding voor de Volkskrant om op 24 januari een interview te plaatsen met violist Joris van Rijn, leerling van Robert Mann (die nu 93 is), een van de oprichters van het kwartet. ‘Het zijn muzikale alleseters van fabelachtig niveau’, aldus Van Rijn, het ‘meest vernieuwende’ strijkkwartet dat na de oorlog is opgericht. Van Rijn reageert vervolgens op drie plaatopnames van het kwartet. De opname van Schuberts Strijkkwartet nr. 15 D887 klinkt ‘nu wel wollig, een beetje ouderwets’. Een opname uit 2013, met nieuwe leden in het kwartet klinkt duidelijk moderner: ‘Ze spelen authentieker, de noten worden niet tot het einde uitgevibreerd’. Bij de Lyrische Suite van Alban Berg ‘hapt [Van Rijn] naar adem. ‘Dit is altijd mijn standaard geweest. Je hoort ieder nootje, hoe snel ook – fantastisch’.’
Floris Don constateert in NRC (24 januari) een spagaat in doel en uitwerking bij de AAA-serie van het Koninklijk Concertgebouworkest. 'Neem de jongste editie The Human Body: het orkest baadt in hip blacklight, maar weigert de rokkostuums uit te trekken.' De gesuggereerde lijfelijkheid van de titel resulteert bij Glanerts expressieve Frenesia in een 'glanzend gespierd torso met wat weinig inhoud'. Martin Fröst, een 'uitmuntende klarinettist' leidde af door zijn 'houterige amateurdansje' in Peacock Tales van Anders Hillborg. Echter, 'Michel van der Aa's Oog liet de befaamde choreograaf Thom Stuart cellist en dans tot één beweeglijke spier samentrekken.' Thiemo Wind (Telegraaf, 27 januari) zag de spagaat ook: bij een concert over het menselijk lichaam ‘kun je met een symfonieorkest niet al te veel kanten op’. Wind vond de bewegingen van Martin Fröst juist iets toevoegen aan de compositie. ‘Deze musicus is volledig met zijn instrument vergroeid’, en ook zonder ‘visuele accessoires’ is het spel van Fröst een ‘belevenis’, ‘alleen al de manier waarop hij klanken in de ruimte projecteert, grenst aan het ongelooflijke’.
Biëlla Lutmer (VK, 25 januari) vindt het ‘muziek die uitnodigt en prikkelt en die door de Chinese
dirigente Xian Zhang verbluffend beheerst werd gebracht’. Frenesia vangt de sfeer van Strauss, maar ‘ook [die] van Bernsteins West Side Story’ […] ‘Vanuit de zaal zag [Glanert] hoe Xian Zhang en het Concertgebouworkest zijn stuk direct al bij de première in het hart wisten te raken.’
Op 28 januari gaat in Madrid de opera Brokeback Mountain in regie van Ivo van Hove in première, Mischa Spel (NRC, 27 januari) zag de voorstelling alvast. Het verhaal is even tragisch en romantisch als Tristan und Isolde: 'Tristan, Isolde, Ennis en Jack - allen zijn bereid te sterven voor hun grote liefde. Wat de omgeving ook van hun liefde vindt', zegt intendant Gérard Mortier. Niet alleen als film, maar ook als opera werkt het oorspronkelijk korte verhaal van Annie Proulx over de onmogelijke liefde tussen twee cowboys in Wyoming. 'Brokeback Mountain was een verhaal over de universele menselijke behoefte om liefgehad te worden, en dat is precies waar de opera wél op focust', aldus Proulx.
Operaregisseur Pierre Audi presenteert binnenkort zijn laatste Der Ring des Nibelungen. Biëlla Lutmer en Frits van der Waa interviewden Audi, die dit jaar zijn 25-jarig jubileum viert in Amsterdam en afscheid zal nemen als artistiek leider van het Holland Festival. De keuze van De Nederlandse Opera voor de jonge Libanees was in 1988 een gok, maar sindsdien is ‘het altijd in crisis verkerende Nederlandse operalandschap [veranderd] in een bloeiende proeftuin’. Audi regisseerde er ‘de vroegste opera's (zijn Monteverdi-cyclus), de grootste opera's (Wagners Ring en een serie hoogtepunten uit de grand opéra) en introduceerde, in eigen regie of met gastregisseurs, de nieuwste opera's van Louis Andriessen, Michel van der Aa, Theo Loevendie, Guus Janssen en Tan Dun.’ De nieuwe Ring-productie wordt, kenmerkend voor Audi, grootschalig, kostbaar en fantastisch. Ondertussen droomt Audi van een leven na het Holland Festival, en na De Nederlandse Opera. ‘Ooit wil ik nog eens een festival leiden dat alles zelf produceert. Het hoeft niet groot te zijn, wel markant.’
Pierre Audi heeft, wellicht met de Ring in het achterhoofd, een tentoonstelling samengesteld in Slewe Gallery in Amsterdam, met werk van Thomas Houseago, Matthew Monohan en Jonathan Meese. ‘Het lijkt alsof ze hun werk op elkaar hebben afgestemd, zo vanzelfsprekend staat deze kunst bij elkaar. Alle drie ongepolijst, met echo’s van oude kunst en mythologie.’ […] ‘Audi’s kunst-klank-theaterspektakel is hier vereenvoudigd tot stille visuele getuigen van hetzelfde menselijke streven naar macht en angst om te falen.’ (Wieteke van Zeil in VK, 24 januari)
Cd’s en boeken
Het Nederlands Philharmonisch Orkest bracht de opera Orest van Manfred Trojahn uit op cd. ‘Moord en wroeging bij de oude Grieken […] in een kader als van de misdaadserie CSI.’ Een geslaagde opname, want de ‘criminele dynamiek’ leidt niet meer af van de muziek. ‘Het Nederlands Philharmonisch Orkest en dirigent Marc Albrecht kijken terug op een geslaagde Uraufführung.’ (****, Guido van Oorschot in VK, 22 januari)
Over componist Simeon ten Holt is een boek verschenen van Rita Verschuur. Een toevallige ontmoeting groeide uit tot een hechte vriendschap. ‘In eenvoudige woorden en een glasheldere stijl geeft Verschuur in 124 pagina’s en 48 korte, persoonlijke stukjes een inkijkje in het leven van de componist.’ Een ‘verslag van een vriendschap’. (Erik Voermans in Parool, 24 januari)