
Hoe vaak gebeurt het dat onbekende muziek even alles op z’n kop zet? Mijn kennismaking jaren geleden met de video-opera’s van de Amerikaanse componist Robert Ashley, die afgelopen maandag op 83-jarige leeftijd stierf, was zo’n moment. Ik werd gegrepen door die hypnotiserende stemmen die monotoon en gedempt maar o zo kleurrijk hun verhalen vertelden, ingebed in een minimaal spectrum van elektronische klanken en spaarzame pianonoten. Een melancholisch getint epos dat wat mij betreft uren mocht doorgaan.
En dat deed het ook, want het magnum opus van Ashley bestaat uit drie omvangrijke, muzikaal en inhoudelijk aan elkaar gerelateerde opera’s: Perfect Lives uit 1978, Atalanta (Acts of God) uit 1985 en Now Eleanor’s Idea (1987-1994) dat op zijn beurt weer is onderverdeeld in de vier avondvullende stukken Improvement, Foreign Experiences, Now Eleanor’s Idea en eL/Aficionado.
Alles draait om de stem. Intonatie, ritme, kleur en timbre – Ashley’s stem (en die van zijn vaste kompanen Joan La Barbara, Jacqueline Humbert, Thomas Buckner en zijn zoon Sam) wordt een betoverend instrument met niet eerder vermoedde muzikale implicaties. Een uitgekiende geluidsversterking (Tom Hamilton) draagt bij aan de intimiteit van deze opera’s, die Ashley heeft geschreven met het medium televisie voor ogen. Inderdaad is Perfect Lives in 1984 in een co-productie met Channel 4 op de Britse tv vertoond.
De stem had voor Ashley meerdere betekenissen. Zij schetst niet alleen een psychologisch portret (leeftijd, geslacht, karakter, stemming), maar dient ook als sociologische wegwijzer (nationaliteit, sociale klasse, etnische afkomst). Een stem, zo benadrukte Ashley, vertelt veel meer dan alleen de concrete boodschap die wordt gecommuniceerd. In zijn trilogie legt Ashley een relatie tussen de beslommeringen van zijn karakters en de geschiedenis van de Verenigde Staten en, verder terug in de tijd, van Europa.
Zijn personae lijken verwikkeld in een alledaagse soap, maar zijn tegelijkertijd allegorische figuren die verschillende bevolkingsgroepen representeren: van de Spanjaarden die in het kielzog van Columbus het nieuwe land koloniseerden (Don), de joden die vanuit Europa naar de VS vluchtten (Linda), tot de afstammelingen van ‘joden en niet-joden’ (Junior jr.). En dan zijn er nog archetypen als The Airline Ticket Counter (de inquisitie), The Big City (assimilatie) en A moment (very late) dat ‘ballingschap’ uitdrukt. Qua thematiek, omvang en ambities doet dit Gesamtkunstwerk van tekst, muziek, elektronica en video, niet onder voor Wagners Ring of Stockhausens Licht.
Robert Ashley, in 1930 geboren in de Amerikaanse Mid-West, vormde met muziekpioniers als David Tudor, Gordon Mumma en Alvin Lucier de ONCE-groep, die in de jaren zestig nieuwe terreinen (video, live electronica en multimediaperformances) verkende. Ashley betrok nadrukkelijk de menselijke stem bij deze ‘mixed media’, zoals in The Wolfman uit 1964 dat het fenomeen feedback theatraliseert. De veertien uur durende muziekdocumentaire Music With Roots In The Aether uit 1976 (portretten van zeven collegacomponisten) was een volgende stap. Van 1969 tot 1981 stond hij bovendien aan het hoofd van het Center for Contemporary Music aan het Mills College in Californië, waarmee hij in de voetsporen trad van Henry Cowell, Harry Partch en John Cage. Onder zijn leiding speelde de school opnieuw een toonaangevende rol op het gebied van de experimentele muziek.
Robert Ashley bezocht verschillende keren ons land. Bijvoorbeeld tijdens het Holland Festival 2007 toen hij Celestial Excursions (over vier bejaarden in een verzorgingshuis) presenteerde. In 2004 was hij te gast op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, dat een festival rond zijn muziek organiseerde. In 1994 maakte hij een tournee door Europa met eL/Aficionado. Tijdens een interview in Straatsburg vroeg ik hem toen naar de afwezigheid van drama in zijn zo ingetogen muziek. Het antwoord getuigde van een sombere kijk op de menselijke conditie: ‘In Amerika is alles zo gewoon, zo triviaal. Wij hebben geen geschiedenis en geen helden. (…) Er is alleen het drama van hoe je je innerlijke monoloog repeteert. Als Linda haar innerlijke monoloog uitspreekt, is er veel drama. Maar het wordt niet gedeeld door de anderen. Iedereen heeft zijn eigen monoloog.’