Quantcast
Channel: MuziekvanNu
Viewing all articles
Browse latest Browse all 228

In de pers: afscheid

$
0
0

‘Een brede oriëntatie en een voor zangers onorthodoxe theatrale durf en openheid’, dat waren de sterke kanten van de op 5 maart in zijn woonplaats Amsterdam overleden bas-bariton Lieuwe Visser, aldus Mischa Spel in NRC (6/03). Visser werd 74. Hij kwam uit Diemen, waar hij opgroeide in een niet bijster muzikaal gezin. Hij studeerde aanvankelijk geschiedenis, en vertrok in de laatste fase van zijn studie met een geschiedenisbeurs op zak naar Rome om serieus zang te studeren. Zo vertelt Erik Voermans in HetParool (6/03). Hij was enorm veelzijdig: musicalster naast Jasperina de Jong, in Glyndebourne gedirigeerd door Haitink naast diva Joan Sutherland, en als kompaan van Reinbert de Leeuw eerste uitvoerder van vele werken, waaronder Andriessens Nietzsche redet, Dorian Gray van Hans Kox, Esmée en Gassir, the hero van Theo Loevendie, Noach van Guus Janssen, en Dr. Faustus van Konrad Boehmer. Nell Westerlaken noemt in de Volkskrant (6/03) ook zijn carrière als beleidsmaker en docent. ‘Hij zat in de Raad voor Cultuur en in de commissie die zich in 2000 in opdracht van staatssecretaris Rick van der Ploeg boog over het orkestenbestel. Vanaf 1987 was hij als zangpedagoog jarenlang verbonden aan het conservatorium in Maastricht.’
 
Volgens Guido van Oorschot (de Volkskrant, 10/03) valt de invloed van Gerard Mortier, de Vlaamse opera-intendant die op 8 maart op 70-jarige leeftijd overleed in Brussel, moeilijk te overschatten. ‘Als de bevlogen koppelaar van uiteenlopende kunstenaars stond hij aan de wieg van spraakmakende episodes uit de recente operahistorie.’ Erik Voermans memoreert in Het Parool (10/03) dat onder Mortiers leiding, in de jaren 80, de Brusselse Munt ‘één van de avontuurlijkste en zinnenprikkelendste operahuizen van Europa’ werd. Grote regisseurs, van Peter Stein, Karl-Ernst Herrmann tot Luc Bondy en Patrice Chéreau, haalde hij erheen. ‘Legendarisch was onder meer Neugebauers “witte enscenering” van Wozzeck. Het aantal abonnees schoot door het dak en er zat ineens ook een veel jonger publiek in de zaal.’ Kasper Jansen (NRC, 10/03): ‘Mortier legde sterk de nadruk op dramaturgie. Diepgaande analyse van het werk voorzag de voorstelling van meer lagen, waarin het publiek zijn weg moest zoeken. Hij kwam met eigenzinnige operaregisseurs als Achim Freyer, Herbert Wernicke, Willy Decker en Peter Mussbach. Maar hij haalde ook theaterregisseurs als Patrice Chéreau, Peter Sellars en Peter Stein, choreograaf Maurice Béjart, schilder Anselm Kiefer en videokunstenaar Bill Viola naar het operapodium. Zo werd opera weer de kunstvorm die alle kunsten integreerde: het Gesamtkunstwerk.’ Mortier was onder andere intendant van de Munt in Brussel (1981-1991) en de Opéra National de Paris (2004-2009), hij leidde de Salzburger Festspiele (1992-2001), was de eerste intendant van de RuhrTriënnale (2002-2004) en artistiek directeur, later adviseur van het Teatro Real in Madrid (2010-2014).
 
Op 3 maart overleed op 83-jarige leeftijd de Amerikaanse componist Robert Ashley. De in 1930 in de Amerikaanse Mid-West geboren componist vormde met muziekpioniers als David Tudor, Gordon Mumma en Alvin Lucier de ONCE-groep, die in de jaren 60 de mogelijkheden van video, live elektronica en multimedia-performances onderzocht. De redactie van de Volkskrant (5/03) besteedde er kort aandacht aan. Beter leest u op deze site het In memoriam geschreven door Jacqueline Oskamp.
 
Parool, NRC en de Volkskrant schreven over de op 5 maart gepresenteerde programmering van het Holland Festival 2014. Pierre Audi neemt bij deze editie met een ‘overdadig aanbod’ afscheid als artistiek directeur. In de rubriek muziektheater onder andere Laika, de tweede opera van Martijn Padding, op een libretto van P.F. Thomése en de Nederlandse première van de opera The wasp factory van Ben Frost. Als festivalafsluiter is er het oratorium Oidípous van Calliope Tsoupaki.
In het muziekprogramma staat de Italiaanse modernist Luigi Nono centraal, met vier concerten in de Gashouder en een tweedaags symposium in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam. Van Nono worden onder andere Il canto sospeso en Prometeo uitgevoerd. Nono's weduwe Nuria Nono-Schönberg is ook van de partij. Muziektips voor het festival vindt u op Muziekvan.nu alvast in de blog van Floris Solleveld.
 
Recensies
Joep Stapel (NRC, ****) was op 5/3 in De Doelen bij Asko|Schönberg onder leiding van Etienne Siebens. Er klonken twee premières. Over Wagemans’ Figures in a landscape schrijft hij: ‘Het landschap uit de titel is absurdistisch, met bedrieglijke effecten en elektronisch verspreide outer-space-geluiden – soms waan je je in de buik van een enorme accordeon. In dat vreemde landschap slaagt Wagemans erin een waarachtige, soms anachronistisch aandoende schoonheid te realiseren.’ Hanna Kulenty’s altvioolconcert Viola-Viva‘begint met een bezonken gebaar van de solist. Een ondersteunend motief in het ensemble wordt vervolgens prominenter. De aanzwellende en wegstervende puls biedt boeiend tegenwicht, maar steekt uitgegroeid tot chromatisch hamerend tutti als climax wat af bij het spannende begin en einde.’ Frits van der Waa (de Volkskrant, 7/3 ****) was bij hetzelfde concert, hij prijst de rol van soliste Geneviève Strosser in Viola-Viva: ‘de klanken die zij uit haar altviool haalt zijn verbazend intens, wat voor een deel te danken is aan de listige klankverdubbelingen vanuit het ensemble. Hoewel het stuk in wezen één grote climax en neergang biedt, en het idioom met veel liggende bastonen en een doorgaande puls vrij rudimentair is, is de afwisseling van tinten en subtiele tegentonen toch heel geraffineerd.’ Over Figures in a landscape zegt van der Waa: ‘Met zijn kwistige en fantasierijke melodiek lijkt het stuk aanvankelijk wat losbladig, maar in de loop van 25 minuten ballen de elementen zich meer en meer samen en komt het tot een spannende ontknoping.’
 
Roeland Hazendonk hoorde op 6/03 het Arditti Kwartet met sopraan Sarah Maria Sun in het Muziekgebouw. (Parool, 10/03 ****). Op het programma werken van Schönberg, Carter en Zorn. De uitvoering van het Tweede Strijkkwartet (1908) van Schönberg kon hem niet bekoren: ‘Het Arditti Kwartet kon de emotie er niet in krijgen en worstelde al even hard met de weeë sentimentaliteit van het slot. Het is muziek vol paradox en misverstand en dat is natuurlijk lastig te spelen, maar voortdurend verkeerd intoneren hoeft nou ook weer niet.’
Carters strijkkwartet is daarentegen na de pauze ‘een superieur stukje ouderwetse avant-gardemuziek, waarin de esprit van Haydn in een sprankelde muzikale conversatie op een nieuwe manier tot leven komt.’ Pas echt fijn wordt het bij John Zorn, een componist die men veel te weinig hoort, aldus Hazendonk: ‘Ironisch, slim, vol muzikale fantasie en anarchistisch door vele genres heen schietend’, zo kenschetst hij Zorns Vijfde Strijkkwartet.

Categorie: 

Viewing all articles
Browse latest Browse all 228