Quantcast
Channel: MuziekvanNu
Viewing all articles
Browse latest Browse all 228

Het Einde! met Daniel Reuss: ‘Meedogenloos, kaal, precies goed’

$
0
0
Daniel Reuss

In de rubriek Het Einde!, waarin muzieknotabelen over hun favoriete stuk uit de 20ste of 21ste eeuw vertellen, is het de beurt aan dirigent Daniel Reuss (1961). Eind maart dirigeert hij ‘zijn’ Cappella Amsterdam in de Lamentatio Jeremiae Prophetae (1941) van Křenek. Dit indrukwekkende koorwerk is viermaal te beluisteren, o.a. op 27 maart in het Muziekgebouw aan 't IJ.
 
Een van de favoriete stukken van Daniel Reuss is Threni van Igor Stravinsky, dat net als Křeneks koorwerk gebaseerd is op de klaagzangen van de profeet Jeremia.
 
‘Wist je dat ze elkaar kenden, Stravinsky en Křenek?’, vraagt Reuss enthousiast. ‘Ze waren bevriend, toen ze allebei als ballingen in Amerika woonden. Stravinsky was onder de indruk van Křeneks Lamentatio en heeft de reekstechnieken waarop dit lange a cappella-werk gebaseerd is, bestudeerd. Threni is zijn eerste compleet seriële werk. Serieel en toch onmiskenbaar Stravinsky. Hij heeft de twaalftoonreeks zo gebouwd en gemanipuleerd, dat veel akkoorden – met grote en kleine septiemen en tertsen – een soort tonale ambiguïteit opleveren die ik als typisch Stravinsky ervaar.’
 
‘Uit de originele klaagliederen heeft Stravinsky een selectie gemaakt. Elk vers uit de klaagliederen begint met een letter van het Hebreeuwse alfabet. Voor een componist is het natuurlijk prachtig om letters als uitgangspunt te nemen, je kunt van letters hele mooie muziek maken. En mooi is het, wel sober, en een tikje ondoordringbaar. Een donkere diamant die van binnenuit schijnt.’
 
Threni wordt vanwege die ondoordringbaarheid en de moeilijkheidsgraad maar zelden uitgevoerd. En vanwege de bezetting natuurlijk: zes solisten, koor en kamerorkest, aangevuld met nogal wat uitzonderlijke instrumenten als de sarussofoon en de flügelhorn. Al met al een dure productie. Opvallend is dat Stravinsky die grote bezetting nooit in zijn geheel laat klinken. Tutti’s komen niet voor. Dat maakt het stuk zo bijzonder. Door de instrumentale toevoegingen hoor je verschillende kleuren in een toch overwegend vocaal stuk.’
‘Het stuk roept bij mij mooie beelden op. In de a cappella-gedeeltes treden de vier mannelijke solisten op als een soort priesters. In de canons en dubbelcanons die ze zingen, hoor en zie ik orthodoxe geestelijken bidden.’
 
‘Je hebt voor Threni voortreffelijke solisten nodig, want het zijn geen makkelijke partijen. In de canons zingen ze lange noten, op moeilijk te intoneren tonen, zonder steun van het orkest. Wanneer deze passages afgewisseld worden met koor en trombones, wordt het link. Als er één zanger maar een fractie naast zit, wat heel menselijk is, klopt het al niet meer. Zie dan maar weer je weg te vinden. (http://www.youtube.com/watch?v=tshHX0aYxkI&list=RDtshHX0aYxkI) Je kunt ontzettend verdwalen in het stuk. Maar juist dat kwetsbare en dat zoeken maakt het zo interessant voor mij. Iets van alle kanten bekijken en belichten. Wroeten in dat donkere binnenste van de diamant. Dan moet je natuurlijk wel voldoende repetitietijd krijgen om de diamant te poetsen en tot klinken te brengen. Helaas is de uitvoeringspraktijk van nu daar niet meer naar.’
 
‘Absolute meesterwerken vind ik het, die late religieuze stukken van Stravinsky – Threni, maar ook Introitus en Requiem Canticles. Ik kom uit de koorhoek en daar is veel muziek, zeker de oudere, religieus. Stravinsky heeft die religiositeit een 20e-eeuwse stem gegeven. Ik moet bij zijn muziek denken aan een regel van de dichter Paul Celan: ‘Und die Ewigkeit blutschwarz umbabelt’. Je hoort nog wel de eeuwigheid waar iedereen altijd maar het over heeft, maar die is niet zuiver meer. Tussen jou en die eeuwigheid zit geschiedenis. Toen Stravinsky Threni schreef, wist men inmiddels wel wat er zich had afgespeeld in de Tweede Wereldoorlog.’
 
‘Het gaat erom dat je de kern van de tekst probeert te raken. Dat je uitdrukt wat er is gebeurd in de geschiedenis, zonder het te zeggen. Dat je het gevecht, de bloedzwart ombabelde eeuwigheid, hoorbaar maakt. Zo bezien is Threni een ijzersterk stuk. Een klacht om de verloren cultuur van Europa. Met stijlgereedschappen uit de Renaissance, in een taal van twaalf tonen. Meedogenloos, kaal, precies goed.’
 
Ernst Křenek
Lamentatio Jeremiae Prophetae, opus 93
Cappella Amsterdam o.l.v. Daniel Reuss
 
26.03.2014, 20.00 - Der Aa-kerk, Groningen
27.03.2014, 20.15 - Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam
28.03.2014, 20.15 - Pieterskerk, Utrecht
29.03.2014, 20.15 - Burgwalkerk, Kampen

Categorie: 

Viewing all articles
Browse latest Browse all 228