Quantcast
Channel: MuziekvanNu
Viewing all articles
Browse latest Browse all 228

'Ik ben een componist met tegenzin' - een interview met John Butcher

$
0
0

Op 26 juni staan de Britse impro-saxofonist John Butcher en drummer Mark Sanders op het Holland Festival met Tarab Cuts. Butcher staat bekend als improvisator pur sang. Na zijn academische leven als natuurkundige heeft hij zich fulltime op de muziek gestort. Eerst volgens de conventies van het jazzidioom, maar al gauw vond hij zijn heil in de vrije improvisatie. In zijn dertigjarige loopbaan heeft hij het vocabulaire van zijn sax aanzienlijk opgerekt met verschillende (solo)projecten, variërend van improvisatie, eigen composities, multitracking en exploraties van feedback en extreme akoestiek. Nieuw voor Butcher is het expliciet werken met muziek uit een niet-westerse traditie.

 

Hoe is Tarab Cuts tot stand gekomen?
Oorspronkelijk heette het stuk Between the Skies en maakte het deel uit van het vijf uur durende Visiting Tarab (2011) van de in New York wonende Libanees Terek Atoui. In samenwerking met Kamal Kassan - die in Libanon een privé-collectie heeft met meer dan zevenduizend 78-toeren platen met tarab uitvoeringen uit 1930-1940, nodigde Atoui twintig componisten uit van verschillend allooi die hier een hedendaags antwoord op konden geven. Tijdens die voorstelling, waar mensen in en uit konden lopen zoals bij een oorspronkelijke tarab, heb ik mijn tien minuten durende stuk gespeeld én samengespeeld met een traditioneel Libanees trio. Dat was interessant want zij hadden geen enkele ervaring met vrije improvisatie en ik kon nooit helemaal bevatten wat zij deden.

 

Bent u als enige van de twintig componisten hiermee doorgegaan?
Ja, de artistiek directeur van het festival, Graham McKenzie, vond mijn stuk erg goed en vroeg of ik het wilde oprekken tot een uur. Omdat het fysiek nogal uitputtend is, aarzelde ik, maar ik besloot Mark Sanders erbij te halen. Dat werkte ontzettend goed. De structuur op deze schaal heeft meer ontwikkeling en meer variatie in stemming.

 

Waarom Mark Sanders?
Ik wilde er een percussionist bij hebben, omdat die zich kan concentreren op de ritmische elementen. Ik heb specifiek gekozen voor Mark omdat we als improvisatieduo hebben samengewerkt. We begrijpen elkaar en Mark is een fantastische ritmische drummer. In de impro-wereld is dat niet altijd vanzelfsprekend.

 

Wat is uw werkwijze geweest?
Kassan stuurde me een selectie van honderd 78-toeren platen van twee à drie minuten met klassieke Arabische muziek en later heb ik er ook soefiemuziek bijgehaald. Ik heb in dit materiaal gezocht naar open fragmenten, die dus niet te concreet of te gevuld zijn. Het meest voel ik me verwant met de geïmproviseerde solo-opnamen, waar ik een frase, of slechts één enkele noot heb uitgehaald om die op een musique concrète-achtige manier, weliswaar op de computer in Pro Tools, heel ouderwets opnieuw te verlijmen. Als je bijvoorbeeld vijf keer twee seconden neemt van verschillende musici, kun je daar een mooie constructie van maken. Je verandert als het ware de syntaxis, maar het geluid trekt je terug naar de originele wereld. Vooral omdat ze van zulke oude platen komen.

 

Heeft u geen last gehad van ruis?
De ruis op de platen geeft een emotionele kwaliteit aan de muziek en dat is belangrijk voor de atmosfeer. Maar ik heb wel wat moeten wegfilteren, omdat er een culminatie van ruis ontstaat door de stapeling van lagen.

 

Dus in feite heeft u een cluster gemaakt van de verschillende fragmenten, dat als basis dient voor uw compositie. Is dat niet te afbakenend voor u als vrije improvisator?
De opeenvolging van verschillende opnamen uit de oude Arabische opnamen zit inderdaad als een vaste structuur in de compositie ingebakken. Maar door de vele details in de structuur zijn we in staat om het al improviserend te benaderen. In feite ben ik een componist met tegenzin. Want het mooie aan improviseren is dat er een eigen vorm ontstaat; je komt op een plek die veel interessanter is dan toen je begon. Met een structuur op voorhand sluit je een aantal dingen uit. Maar de ambiguïteit tussen hedendaags componeren en hedendaagse improvisatie vind ik interessant. Ik houd in ieder geval niet van een compositie waar iedereen precies wordt verteld wat te doen.

 

Dus in feite geeft deze afbakening inspiratie.
Jazeker! Ook in vrije improvisatie ben je zelfbegrenzend. Zo zijn er tijdens een improvisatie bijvoorbeeld zes dingen die je kunt doen, waarvan er maar twee de juiste zijn. Het is als een real-time filtersysteem in je hoofd. Elke limiet stimuleert creativiteit. Daarom speel ik al 30 jaar saxofoon. In sommige opzichten is dat instrument ook een beperkt systeem, maar steeds weer tegen een muur oplopend levert dat toch weer nieuwe ideeën op.

 

Bent u een perfectionist?
Ja en nee. Ik ben tevreden wanneer ik denk dat er een balans is tussen het spelen wat je al weet en wat je nog niet weet. Dat houdt het optreden spannend. De uitdaging is om in de vaststaande structuur gaten te laten vallen, zodat Mark en ik de ruimte hebben om er mee te kunnen spelen. Ik wilde geen stuk maken dat helemaal af is. In het begin staan twee culturen tegenover elkaar, langzamerhand als het stuk zich ontwikkelt, versmelten ze en worden het een en dezelfde.

 

Hoe dan?
Ik denk doordat we proberen mee te gaan in dezelfde energie. We proberen in het gevoel van de Arabische muziek te kruipen, zonder namaak Arabische muziek te willen spelen.

 

Dus u gebruikt geen Arabische muzikale karakteristieken?
Daar sluipen op een natuurlijke wijze wel elementen van in mijn spel, meer dan normaal. Maar het is niet van ‘hier wil ik deze maqam spelen en daar wil ik die maqam spelen’. Arabische toonladders zijn heel complex. Het zou erg oppervlakkig zijn om ze zomaar ergens te gebruiken.

 

Wat staat tarab eigenlijk voor?
Tarab heeft verschillende betekenissen. In wat ik gelezen heb, heeft niemand een poging gedaan om het precies te definiëren. Het gevoel van de interactie die tussen de uitvoerenden en het publiek wordt opgeroepen, is even belangrijk als de muziek zelf. Aanvankelijk was het deze connectie die me het meest aansprak, omdat ik dat herken bij mijn eigen optredens. Je leert al doende een speciale relatie op te bouwen met het publiek. De mensen die naar mijn optredens komen, weten wat ze kunnen verwachten. De verdwenen wereld van de Arabische klassieke muziek heeft dit gemeen met contemporaine muziek. Het publiek begrijpt wat de uitvoerenden proberen te doen en wanneer dat lukt, wordt er een wederzijdse transcendentie bereikt. Ze voeden elkaar. Maar als je er te zelfbewust mee bezig bent, lukt het natuurlijk niet.

 

Lijkt het u wat om meer te doen met geluiden uit de Arabische wereld?
Ik zie het als iets dat zich ontwikkelt. Er staan aardig wat concerten in de planning en tussen de première in februari en het optreden dadelijk op het Holland Festival heb ik al wat veranderingen aangebracht. Gedeeltelijk ter verbetering maar ook om het voor ons spannend te houden, anders wordt het zo afgezaagd. Het gaat hierbij louter om het moment. Ik heb een solo-opname waarin de persoon een paar foutjes maakt en dan is het zo interessant om te horen hoe hij  zich hier uitwerkt. Dat is nou iets wat ik écht mooi vind aan muziek. Van volledig perfecte voorgearrangeerde optredens zie ik het nut niet in. Vooral nu, mensen willen muziek horen die uniek is in het moment.

 

Tarab Cuts 26 juni – Bimhuis, Holland Festival

 

Categorie: 

Viewing all articles
Browse latest Browse all 228