Quantcast
Channel: MuziekvanNu
Viewing all articles
Browse latest Browse all 228

In de pers: Laika en Muhly

$
0
0

Roeland Hazendonk (Parool, 3 juni, **) is niet bepaald enthousiast over het HF-concert met werk van Muhly en Little in het Muziekgebouw aan ’t IJ op 2 juni: ‘Atonale harmonie vermengt zich met supertonale herhalingen en in de beide Agnus Dei-delen zweefden de harmonieën fraai in het luchtledige. Vaker klonk het braaf’, aldus Hazendonk. En over David T. Little: ‘Dit is pretentieuze niksigheid. Oliedom een waarheid als een koe uitserveren - oorlog is heel erg, hoor! - is volstrekt oninteressant.’
 
Joep Stapel was over hetzelfde concert ook niet onverdeeld enthousiast (NRC, 3 juni, ***). In de muziek van Muhly hoorde hij 'kermisachtige ringtonen' die soms op 'lukrake interessantdoenerij' leken. Soldier Songs van David T. Little noemt hij 'indrukwekkend multimediatheater': 'Littles mix van rock, eigentijdse muziek en geluidseffecten, voortreffelijk uitgevoerd door Newspeak, zat vol contrasten en scherpe wendingen.'
 
Nog meer Muhly in het Holland Festival op 4 juni, met het programma Twitchy Organs in het Orgelpark. Frits van der Waa is niet onder de indruk (Volkskrant, 6 juni, **): ' Uit de stukken van de 32-jarige Muhly spreekt orgelplezier, wat aangenaam treft. En zijn streven om nieuwe zijpaden te vinden uit de in wezen doodlopende straat van het minimalisme is sympathiek. Maar dan beland je als componist snel op een terrein waar traditionele muzikale maatstaven gelden, en op die manier bekeken is zijn muziek nogal kortademig en vaak verbrokkeld. Het substantieelste onderdeel, zeven Preludes on O Antiphons, neemt ruim 20 minuten in beslag en varieert tussen juichende quasi-improvisaties en wijwaterige zwijmelakkoorden.'
 
Christo Lelie prijst de muziek van Nico Muhly (Trouw, 6 juni, ***): 'Muhly heeft met Glass gemeen dat zijn muziek op repeterende motieven is gebaseerd. Maar in zijn ragfijne, toccata-achtige stijl brengt hij veel meer harmonische variatie aan. Zijn muziek is daardoor nauwelijks hypnotiserend, maar des te afwisselender en frisser.'
 
‘Minstens vijf redenen’ zijn er volgens Erik Voermans (Parool, 4 juni, ***) waarom u naar ‘Laika, de gloednieuwe opera van componist Martijn Padding en librettist P.F. Thomése moet gaan. Er is ook één reden om dat misschien niet te doen.’ Van de eerstgenoemde vijf citeren we er twee: ‘In Laika hoort u een volledig Nederlandse cast de sterren van de hemel zingen (no pun intended). Bariton Thomas Oliemans onderstreept zijn reusachtige talent met een geweldige rol als Robbert. IJzersterk is ook tenor Marcel Beekman als de ranzige tv-kok Ricardo. Padding en Thomése laten Beekman geschiedenis schrijven met zijn openingsaria die begint met lange fiorituren op het woord 'mayonaise’.’ En ‘Laika is de enige opera ter wereld met een jankende en hilarische solo voor de tuba (in de derde akte). Bij het voortreffelijk spelende Asko|Schönberg onder leiding van Etienne Siebens was die in goede handen.’ Daar staat tegenover dat Laika lang duurt: ‘… twee uur, netto. Dat is lang voor een opera zonder tonale, grondtonige samenhang. Te lang. Padding, een meester van de kleine vorm, heeft onvoldoende materiaal om dat boeiend te houden. Dit neemt allemaal niet weg dat Laika ongelooflijk prachtige muziek bevat. Alleen al de ouverture is werkelijk grandioos.’
 
Biëlla Luttmer is enthousiast (Volkskrant, 5 juni, *****): 'Martijn Padding speelt in zijn nieuwe opera Laika met de canon. Zijn eigen noten zet hij tegenover die van Mozart. Soms letterlijk, als hij Robberts assistent Leporello noemt, naar de knecht van Don Giovanni. Maar er is ook nachtclubjazz en er zijn bijna onzingbaar snelle sprongen, die hand in hand gaan met een cimbaal, accordeon, marimba en een tuba. En er is de weemoedige, archaïsche melodie van het hondje Laika. Glamournoten en showy spel wakkeren het verlangen aan naar het echt kunnen dromen van zweven in de ruimte.'
 
In NRC is Mischa Spel terughoudender (4 juni, ***): 'Goede bedoelingen omgeven Laika als sterrenstof: hip thema, drie Nederlandse topkunstenaars die elkaar vonden in ironie en een antenne voor actualiteit, en grondig steggelden over de juiste omgang daarmee. En toch is Laika geen helemaal overtuigende opera.' Dat 'hangt vooral samen met de door de makers gezochte, maar botsende wisselwerking tussen tragiek en komedie in een te lang uitgesponnen handeling.'
 
Thiemo Wind is helemaal niet te spreken over Laika (Telegraaf, 6 juni): 'pretenties zijn er genoeg, maar waargemaakt worden ze niet. Een eersteklas componist, een eersteklas schrijver en een eersteklas videokunstenaar leveren niet per definitie een eersteklas opera op. De regie wordt almaar rommeliger, de effecten van video en projectie verliezen gaandeweg hun kracht. Anders dan bij Mozart zitten de humor en het serieuze elkaar danig in de weg. Paddings muziek houdt de twee uur durende voorstelling nog het meest op spanning, al mis je ook daar vaak de richting.'
 
Peter van der Lint is gul met sterren (Trouw, 5 juni, ****) maar kritisch in zijn recensie: 'zeker in de eerste helft is Laika leuk, geestig en snel. De muziek van Padding vult de geestige dan wel melige teksten van Thomése goed aan. Maar in de tweede helft zakt de voorstelling in, voegt de muziek amper iets origineels meer toe en beginnen de teksten zwaar op de hand te worden. Het einde ontroert dan - ondanks Thomas Oliemans' goed gezongen en gespeelde Robbert - allang niet meer.'
 
Erik Voermans schrijft in zijn 'Eerste hulp bij klassieke muziek' (Parool, 7 juni): 'Wie is de zonderlingste componist die ooit heeft geleefd? Ik stem voor de Amerikaan Harry Partch. Nu kan, voor het eerst in Nederland, Partch' magnum opus, The delusion of the fury, worden uitgevoerd. Daarin komen alle 27 instrumenten die Partch maakte, voor. Je hebt niet geleefd als je dit niet hebt gehoord.'
 
Ook een zeer uitgebreide en mooi geïllustreerde voorbeschouwing op de muziek van Partch door Biëlla Luttmer in deVolkskrant (6 juni): 'De eerste uitvoering van zijn meest omvangrijke werk The delusion of the fury was zo kostbaar dat die alleen dankzij de steun van Partch-bewonderaar Frank Zappa kon worden gerealiseerd. Nu is er een nieuwe enscenering, van regisseur Heiner Goebbels, die zelf ook componist is. Goebbels gaat, helemaal in de lijn van Harry Partch, uit van het theatrale dat het bespelen van een instrument al in zich heeft. Dat bepaalt het toneelbeeld.'
 
Jacq Algra schrijft over 'Electrifying Baroque, symposium en concerten, in het Orgelpark' in Amsterdam (Parool, 6 juni). 'In Bach Delirium/548 The Remix mixt Jacob Lekkerkerker orgelklanken met de meest onverwachte instrumenten: viool, saxofoon, elektrische gitaar en draaitafel. Begin- en eindpunt van de improvisatie-exercitie zijn Bachs Prelude en Fuga in e klein. Ze worden gespeeld op het grote orgel boven, beneden is het bos van in parasolvoeten gestoken witgeschilderde takken. Daaraan bungelen glimmende cd'tjes die het licht door de ruimte weerkaatsen - een verwijzing naar de hemellichamen die de grote meester inspireerden.'
 
Erik Voermans (Parool, 5 juni, ****) citeert de flyer bij de cd Dutch Masters door het Stolz Quartet, een hobokwartet. 'De aller- allermooiste fragmenten en momenten van Neerlands meest complexe componisten als Klaas de Vries, Theo Verbey, Rob Zuidam en Reinbert de Leeuw', en die wordt, aldus Voermans, 'door de dames van The Stolz Quartet buitengewoon verfijnd, stralend en met hoorbaar speelplezier uitgevoerd.’
 
Frits van der Waa noemt de cd Solos for virtuosi met werken van Louis Andriessen 'een fraaie staalkaart van wat Andriessen in de zijlijn van zijn grote werken heeft geproduceerd'. (Volkskrant, 4 juni, ****)
 
'Op de nieuwe cd van het London Symphony Orchestra rekent dirigent John Eliot Gardiner af met het strenge, cerebrale en ongenaakbare dat Stravinsky's muziek, en dan speciaal dit in 1927 gecomponeerde werk, dikwijls aankleeft.' Het betreft Oedipus Rex, en Frits van der Waa hoort 'expressie en drama' (Volkskrant, 4 juni, ****). 

Categorie: 

Viewing all articles
Browse latest Browse all 228