
Nono HF
Joep Stapel doet in de NRC (23/06 ****) verslag van de Nono-driedaagse in het Holland Festival. Alle lof voor het door Pierre Audi vurig gewenste spraakmakende project: ‘De voortreffelijke uitvoeringen en telkens vrijwel volle zaal [de Gashouder red.] maken het tot niet minder dan een triomf.’ De muzikale nalatenschap van Luigi Nono (1924-1990) ‘is relatief klein, ernstig van toon en tot stand gekomen vanuit de diep gekoesterde overtuiging dat muziek kan bijdragen aan het bewustwordingsproces dat uiteindelijk tot de revolutie zou leiden.’ Prometeo uit 1985, 2,5 uur lang, ‘doet behalve op het oor ook een beroep op uithoudings- en concentratievermogen. Lang, dat wel, maar een beklijvende ervaring.’ Ook een kritische noot; even schrikken was het volgens Stapel bij Non consumiamo Marx: ‘de aandoenlijk gedateerde potpourri van krakende agitprop en elektronisch kabaal was een aanslag op gehoor en bevattingsvermogen.’
Erik Voermans is lyrisch in Het Parool (23/06 *****): ‘Met Ingo Metzmacher als dirigent klinken drie avonden lang modeluitvoeringen van stukken die je zelden hoort.’ Voermans hoort ‘schrijnende poëzie van schurend dissonante pianissimi en exploderende, krijsende fortissimi, met de kleine secunde en de grote septiem als gefavoriseerde intervallen.’ De maatschappij veranderen met zijn muziek kon Nono uiteindelijk natuurlijk toch niet en dus, aldus Voermans, kan Prometeo [...] worden opgevat als een groots en diep terneerdrukkend requiem voor die wereld. Het was [...] een verbijsterende en diep, diep triest stemmende ervaring dit werk, waarin de klanken uit alle hoeken van die schitterende Gashouder tot ons kwamen, te horen. Guido van Oorschot (de Volkskrant, 23/06 ***) hoorde weliswaar ‘duizelingwekkende’ momenten, maar noemt Nono ook ‘een matig begaafde koorcomponist’ en ergert zich aan ‘tot vervelens toe uitgewalst pathetisch gedonder op een pauk’. ‘Aan de rand van de stilte’ ligt volgens van Oorschot Nono’s grootste kracht, bijvoorbeeld te beluisteren in La lontananza nostalgicautopica futura (1988), waarin violist Irvine Arditti acte de présence gaf, en ‘fijnzinnige vervloeiingen’ tussen tape en live muziek plaatsvonden.
Frost HF
Mischa Spel toont zich in de NRC (23/06 *****) zeer onder de indruk van The Wasp Factory, muziektheater van de Australische componist Ben Frost naar een roman van Iain Banks. ‘Tot onder je poriën verontrustend’, dit verhaal over een autist die een aantal jonge familieleden naar de andere wereld helpt. Spel noemt de drie zangeressen die samen de monologue intérieur van de, kennelijk ook, vrouwenhater vertolken ‘een briljante dramatische vondst’. Roeland Hazendonk heeft daar in Het Parool een andere visie op: ‘Frank wordt vertolkt door drie zangeressen (geen idee waarom) die eenvormig parlando voordragen in een lamenteerderige zangstijl die doet denken aan het sombere gegalm van een Ierse treurbeuk als Sinéad O'Connor. Melodisch beweegt de gehele opera - ruim vijf kwartier - zich binnen één octaaf en meer dan een sporadische terts of een octaaf biedt het zeer beperkte harmonisch palet niet.’ (23/06 **). Spel: ‘Sterk is ook de voze sensualiteit van het decor: een bak aarde waarin het damestrio rondwroet, totdat de hellingshoek tot loodrecht is aangeschroefd en de drie als wespen spartelen aan een hel oplichtend wandrek.’ Hazendonk: Het ziet er indrukwekkend uit, omdat de drie zangeressen dapper tegen een steeds rechter oprijzende wand klauteren. Omdat de volumeknop flink openstaat, hakt het er fors in, maar het is lege fantasieloze, nietszeggende pretentie.
De Volkskrant publiceerde op 20 juni een lang voorbeschouwend interview met Frost van de hand van Pablo Cabenda. Niet alleen over The Wasp Factory, maar ook ter gelegenheid van het net uitgekomen nieuwe Frost-album Aurora.
Glass HF
De opera Rome, laatste uit Robert Wilsons spraakmakende project the CIVIL warS werd op 19/06 concertant uitgevoerd in het Muziekgebouw door het Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor en Dennis Russell Davies.
Frederike Berntsen (Trouw, 23/06 ***) is enthousiast over de muziek (‘dwingende, verschuivende ritmes, een enorme drive, kleurrijk en spannend’), iets minder over de dirigent: ‘Davies directiemotoriek kan star zijn, waardoor de vloeiende lijn soms minder lekker loopt’. Ronduit ontevreden is ze over de techniek, waardoor de uit luidsprekers klinkende stemmen van Laurie Anderson en Robert Wilson nauwelijks te verstaan waren (‘Eeuwig zonde’). Lovende woorden voor de alt Cécile van de Sant, die ‘met bijzonder gevoel de rol van Mrs. Lincoln vertolkte’.
Roeland Hazendonk (Het Parool, 20/06 ***) mist het ‘allesbepalende beeld’ van Wilson dat parallel aan de muziek (‘vriendelijk tussen majeur en mineur pendelende drieklankbrekingen’) ‘doelloos in zichzelf ronddraaiend de schoonheid en de troost van het betekenisloze zijn’ zou moeten uitdragen. Zonder dat beeld laat het publiek zich weliswaar bedwelmen door het ‘parfum van de supertonale eenvoud’ van Glass’ muziek, maar ‘je kunt je afvragen waar deze avond over ging: met Civil wars had het niet veel te maken.’
Benjamin HF
Frits van der Waa geeft in de Volkskrant (23/06) vijf sterren aan het Koninklijk Concertgebouworkest dat op 20/06 o.l.v. componist/dirigent George Benjamin een programma bracht met een jeugdwerk van zijn hand, en werk van Ligeti, Ravel en Helen Grime (1981). Laatstgenoemde Schotse componiste heeft volgens Van der Waa veel te bieden. Een helder muzikaal betoog, met ‘dragende muzikale lijnen’ die evenwel kunnen vertakken naar ‘veelstemmig gewemel’ en ‘bijzonder fraaie harmoniumachtige klanken’ aan het einde. Het ideeënrijke Ringed by the Flat Horizon uit 1980, van de toen 20-jarige Benjamin, is ‘een indrukwekkend stuk muziek’ waarbij de componist – zo klonk het – in de afgelopen jaren, ‘steeds meer inzicht heeft gekregen in de finesses van het orkestraal koloriet.’
Floris Don (NRC, 23/06 ****) vond het ‘rijpe studentenwerk’ van Benjamin spannend, maar miste ‘de sensitiviteit van Benjamins recente opera Written on Skin zo onvergetelijk intens maakt.’ Lof van Don voor fluitist Kersten McCall en hoboïst Lucas Macías Navarro in het virtuoze Double Concerto van György Ligeti: ‘zwoel gemurmel en groteske uithalen werden groots gebracht’.
TivoliVredenburg
Uiteraard versloegen de kranten de feestelijke opening met 40 concerten van klassiek tot techno op 21/06 van het nieuwe Utrechtse muziekpaleis. Persis Bekkering (de Volkskrant, 23/06) vindt het ‘even wennen’. ‘Overal lopen mensen zoekend rond. Er zijn genoeg bordjes opgehangen om je naar de zaal van voorkeur te brengen, maar het blijft een puzzel’. Volgens Niek Nellen, de zanger van garagerockband Afterpartees voelt het zalencomplex nog ‘als een nieuwe auto’. Maar uiteindelijk gaat het om de muziek, en die klinkt goed: ‘In de zalen voel je niet zelden de magie alweer over je heen komen.’ Ook lijkt het mengen van publieken te lukken, een anekdote uit de grote zaal waar Kyteman Orchestra en Radio Filharmonisch samen improviseren: ‘Op een van de voorste rijen raakt een vrouw van middelbare leeftijd, uit het Groot Omroepkoor, in gesprek met de jongen naast haar, in skinny jeans en een T-shirt waarvan de V-hals tot onder zijn borst reikt. Ze vertelt dat ze vanavond heeft gezongen op het podium. De jongen knikt onder de indruk. 'Dan bent u zeker...' (werpt een blik op het blokkenschema) 'Janine Jansen?'
Merlijn Kerkhof (NRC, 23/06 ****) was over de geluidskwaliteit in kamermuziekzaal Hertz zeer te spreken, geen sprake van overlast van bassen uit de popzaal. Volgens Kerkhof was de uitvoering van Asko|Schönberg met Nora Fischer, met Osvaldo Golijovs ‘swingende liedcyclus’ Ayre, een hoogtepunt: ‘moeilijk woorden te vinden die recht doen aan Fischers vocale kwaliteiten – ze heeft niet alleen een rijk timbre, ze zet ook alle mogelijke zangtechnieken en effecten in.’
Reality Orphée
Kasper Jansen (NRC, 20/06) gaf vijf sterren aan Orphée et Eurydice (Von Gluck, in bewerking Berlioz) door de muntopera in Brussel. De Italiaanse regisseur Romeo Castellucci vervlocht het verhaal van de in de onderwereld verblijvende Euridice met een dramatisch pendant uit het hier en nu, de realiteit van de door trombose in de hersenstam getroffen Els uit Ronse, moeder van twee kinderen, verblijvend in het ziekenuis van Vlezenbeek nabij Brussel. Door het ‘locked-in syndroom’ kan zij louter nog door het knipperen van de ogen communiceren met haar man Daniël en haar omgeving. ‘Het emotionele effect van deze strenge, sobere mix van kunst, verbeelding en realiteit op de toeschouwer is onbeschrijflijk, overweldigend en hartverscheurend. De alt Stéphanie d’Oustrac zingt de rol van Orfeus met grote intensiteit en dramatiek.’ Jansen vraagt zich af of dit type grensverleggende reality-opera een trend gaat worden. ‘Castellucci gaat met toestemming van alle betrokkenen zeer kies en terughoudend te werk. Maar bewaar ons voor minder consciëntieuze navolgers.’
Nog te zien t/m 2/07 en gratis online streaming van 9-29/07 via www.demunt.be.
Vijfsterren Sacre
Verrassende kleine detailverschillen voor kenners maar ‘bovenal een opzwepende en prachtig doorzichtige uitvoering’ van Le sacre du printemps aldus Peter van der Lint (Trouw, 20/06 *****). Het betreft de opname van het Franse orkest Les Siècles, dat toestemming kreeg om een reconstructie te spelen van de originele versie die op 29 mei 1913 het Parijse publiek in rep en roer bracht. Op originele instrumenten uit die tijd, bij het label Musicales Actes Sud, en onder leiding van dirigent François-Xavier Roth.