Quantcast
Channel: MuziekvanNu
Viewing all articles
Browse latest Browse all 228

In de pers: Rijnvos op de Cello Biënnale en cd van Scott Walker & Sunn O)))

$
0
0

Cello Biënnale
Met veertien premières en het Muziekgebouw aan ’t IJ als festivalhart besteedt de Cello Biënnale veel aandacht aan de muziek van nu. Het is allang niet meer alleen het instrument van Bach-preludes, zo stelt Persis Bekkering (Volkskrant, 20/10), ‘Wie bij de cello denkt aan klassieke muziek, moet zeker eens gaan kijken: pop, metal en wereldmuziek staan zonder waarschuwing op hetzelfde concert als klassiek. Zo veelzijdig zie je de cello nergens.’ Het klinkend resultaat was te horen tijdens het openingsconcert door het Nederlands Kamerorkest: ‘In een idioom dat sterk aan de Schönberg van Verklärte Nacht doet denken en soms aan een jarenvijftigmusical heeft de Zweed (Rolf, red) Martinsson (1956) Tagores poëzie intens en smartelijk getoonzet. Dirigent Bas Wiegers laat de strijkers romantisch fonkelen, tot een haast ondraaglijk mooi slot.’
 
Tijdens het openingsweekend klonk ook Barbara baccante van Richard Rijnvos, volgens Kasper Janssen (NRC, 20/10), ‘de sterkste invulling van het thema cello en stem.’ Voor het stuk bewerkte Rijnvos de tekst van liederen van Barbara Strozzi (Italië 1619-1677), een van de eerste beroemde vrouwelijke componisten. In een interview met Erik Voermans (Parool, 17/10) vertelt hij erover: ‘Ik heb de complete teksten van haar liederen in de computer opgeslagen en vervolgens elke zin die ik bruikbaar vond eruit gelicht en achter elkaar gezet. Door die herordering ontstond een nieuwe betekenis en inhoud. Het stuk gaat over onbeantwoorde liefde. Daar gaat trouwens ook de helft van haar liederen over, alleen heb ik het omgedraaid. De componiste zelf is bij mij degene wier liefde onbeantwoord blijft.’ Ook Biëlla Luttmer (de Volkskrant, 20/10, *****) is enthousiast over ‘de nieuwe, meesterlijke compositie van Richard Rijnvos.’
 
Janssen noemt meer eigentijdse muziek uit het openingsweekend (NRC, 20/10), bijvoorbeeld de ‘mistopera’ Pessoa van Silbersee (voorheen VocaalLab), over de teloorgang van de Portugese schrijver en zijn vergeefse liefde voor Ofelia. Bij Cappella Amsterdam en het Cello8ctet Amsterdam ‘versmolten zang en cello’s écht prachtig in Arvo Pärts Da pacem Domine.’ En Jean-Guihen Queyras speelde zondag 19/10 de wereldpremière van Hommage to (and with) Anner van Martijn Padding, geschreven ter gelegenheid van de 80e verjaardag van de nestor van de Nederlandse cellisten Anner Bijlsma. Naast de concerten en de oudgedienden is het Nationaal cello concours onderdeel van het festival. ‘De deelnemers’, schrijft Janssen, ‘speelden onder andere een nieuw verplicht werk van Micha Hamel, met drie citaten van Bach, de oercomponist der cellisten.’
 
Overig
In zijn rubriek ‘Eerste hulp bij klassieke muziek’ vertelt Erik Voermans over George Crumbs Black Angels. Volgens Voermans ‘één van de indringendste’ strijkkwartetten en ‘enig in zijn soort’. ‘Prachtig zijn de gehavende citaten van Schuberts Der Tod und das Mädchen en het Dies irae. Naast de muziek is ook de notatie schitterend: ‘Geen componist die zijn partituren mooier vormgeeft dan Crumb, met notenbalken in de vorm van kruisen of cirkels,’ ‘donderdag (23/10, red.) zal het klinken in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Gaan.’
 
Herien Wensink (NRC, 20/10) zag op 19 oktober in Bellevue de voorstelling De Laatsten van Spinvis. Hij schreef een ‘fraai tastende tekst. Vederlicht dartelt die langs thema’s als liefde, dood en vergeving. Wat blijft over? De antwoorden blijven uit of liggen voor de hand, maar de originele, licht vervreemdende manier waarop Spinvis het verwoordt laat toch ruimte voor verwondering. De Laatsten gaat over de Grote Levensvragen, die natuurlijk altijd onbeantwoord blijven. Maar De Hollanders hebben er wel een klein, lief, troostrijk lichtje op geschenen.’
 
Cd’s
Robert van Gijssel bericht in de Volkskrant (15/10, ***) over Atomos, het nieuwe album van A Winged Victory for the Sullen, een duo binnen het genre ‘neoklassiek’. Die aanduiding verwijst niet naar het werk van Igor Stravinsky of Paul Hindemith maar naar een muzieksoort op het grensvlak van pop en minimal music. Van Gijssel: ‘Een steeds opkomende vraag bij de stroming neoklassieke rustmuziek van componisten als Nils Frahm en Ólafur Arnalds; wanneer wordt de kitschgrens gepasseerd, en als dat gebeurt, is de kabbelende pianomuziek met hier en daar een droeve strijker dan nog te genieten?’ Maar bij Atomos ‘dommel je dus net niet weg. Het openingsstuk Atomos I bijvoorbeeld is een sacraal kerkorgelwerk dat golft op steeds dwingender, Steve Reich-achtige strijkers, en ten ruste wordt gelegd bij bedwelmende pianoakkoorden in mineur. Meditatief én muzikaal.’
 
Het vocaalkwartet Anonymous 4 bracht onlangs een cd uit met werk van David Lang (1957), geïnspireerd op de liefde tussen Tristan en Isolde. Joep Stapel (NRC, 20/10, ***) schrijft dat het slotlied van de liederencyclus Love fail (2012) ‘een tekstuele variatie op Wagners Liebestod’ is maar dat ‘het muzikale idioom mijlenver is verwijderd van romantische uitbundigheid: pseudo-middeleeuwse polyfonie met lichte percussie, die het gespecialiseerde kwartet Anonymous 4 ogenschijnlijk op het lijf is geschreven. Toch overtuigt de uitvoering maar half.’
 
In dezelfde krant (20/10, ****) schrijft Stapel over een nieuwe cd van Ralph van Raat met werk van de Amerikaanse componist en pianist Frederic Rzewski (1938): ‘Op zijn tweede aan Rzewski gewijde cd speelt Van Raat met gezag oud en nieuw werk. In Four pieces (1977) varieert Rzewski onnavolgbaar op een eigen thema. The Housewife’s Lament (1980) ontleedt een Beethovenachtig deuntje. Het spannendst is het drieluik Hard Cuts (2011), waarin Van Raat wordt bijgestaan door Lunapark en Arnold Marinissen. Toegankelijk én experimenteel, en uitmuntend gespeeld.’
 
Hans van Lissum schrijft in Het Parool (16/10, ****) over Soused, het resultaat van de samenwerking tussen de kameleontische zanger Scott Walker en droneband Sunn O))). Waar Walker in de late jaren zestig nog een ‘melancholieke crooner’ was, maakte hij in de jaren nul ‘inktzwarte nachtmerriemuziek’ waar hij ‘abstracte melodieën zong met een cartooneske operastem, omgeven door ijzige horrorstrijkers, ritmes gemaakt met dode varkens en het beslist niet lollig bedoelde geluid van menselijke scheten. Angstaanjagende hellemuziek is het; extreem in zijn uitzichtloosheid en tegelijk fascinerend door het rücksichtslose karakter.’ [...] ‘De zware dreunambient van Sunn O))) blijkt naadloos te passen in Walkers duistere universum. Het klinkt zo natuurlijk, dat hier meer sprake lijkt van een nieuw soloalbum dan van een samenwerking.’ Dat leidt in het lied Herod 2014 volgens Van Lissum tot ‘een twaalf minuten durend hoogtepunt’ dat ‘op je afkomt als een allesverslindende modderstroom’ waarin ‘je niets anders kunt doen dan roerloos blijven staan. Net zolang tot alles donker wordt.’

Categorie: 

Viewing all articles
Browse latest Browse all 228