
Antony Hermus was degene die het eerste familieconcert [van het Concertgebouworkest] van dit seizoen mocht dirigeren. Het Concertgebouworkest maakt dankbaar gebruik van de familieconcerten om in de luwte met jonge dirigenten kennis te maken. Hermus' debuut mag geslaagd worden genoemd. Met vaste hand leidde hij het orkest door delen uit de balletmuziek die Prokofjev componeerde bij het sprookje Assepoester. Extra feestelijk werd de middag door de bijdrage van Rieks Swarte. Hij had het sprookje toevertrouwd aan een prentenboek waarin van alles kon bewegen. Swarte had een cameraatje boven zijn hoofd, het publiek werd deelgenoot via projectie op een groot scherm boven het orkest. Met voorstellingen als deze werkt het Concertgebouworkest aan het publiek van de toekomst.' Aldus Thiemo Wind (Telegraaf, 21/10).
'In My Private Odyssee laten choreografen Guy Weizman en Roni Haver zien hoe in een van de meesterwerken van de Griekse mythologie ons hele leven besloten ligt (Telegraaf, 23//10). Componist David Dramm, componiste/pianiste Tomoko Mukaiyama, violiste Monica Germino, fluitiste Anne La Berge en tien dansers. Waar de musici ieder een ander personage vertolken, spelen de dansers alle rollen door elkaar in hun eigen beleving van het verhaal.'
'Het beroemdste stuk van de Italiaanse componist Luciano Berio heet Sinfonia', aldus Erik Voermans in zijn wekelijkse Eerste Hulp Bij Klassieke Muziek (Parool 25/10). 'Wat destijds (1969) de wenkbrauwen danig deed fronsen, was dat Berio geen klassieke zangers gebruikte, maar een Frans ensemble uit de lichte muziek, The Swingle Singers, die met hun eerste plaat, Jazz Sébastien Bach, veel opzien hadden gebaard. Berio kwam op The Swingle Singers na een tip van Louis Andriessen, die in 1968 zijn leerling was. Het meestbeschreven deel van Sinfonia is het derde, dat In ruhig fliessender Bewegung heet, net als het scherzo uit Mahlers Tweede symfonie, dat Berio niet alleen in zijn geheel citeert, maar ook nog eens lardeert met honderd of meer citaten van andere componisten. Duizelingwekkend? Zeker. Maar de caleidoscopische aard van het stuk zorgt ervoor dat je er nooit op uitgeluisterd raakt.'
'Sinds de wereldpremière in Brussel in 1991 hangt er controverse om het werk', schrijft Peter van der Lint (Trouw 25/10) over John Adams'The Death of Klinghoffer, 'over de kaping van het cruiseschip Achille Lauro, en de executie door de Palestijnse terroristen van de invalide Joodse passagier Klinghoffer. Antisemitisme is een term die steeds snel valt, maar de kern van het protest is dat in de opera sympathie zou worden opgeroepen voor terroristen. Zij die dat het hardste roepen, hebben het werk overigens nooit gehoord, en gaan op onderbuikgevoelens af. Wie wel serieus luistert, ervaart een verhalende passie à la Bach, waarin geen stelling wordt betrokken. Ervaart de schurende schoonheid van een waarachtig kunstwerk.'
Anke Meijer citeert in verband met de Klinghoffer-controverse in New York (NRC 21/10) directeur Peter Gelb van de Metropolitan Opera: 'Er waren een paar bezoekers die gehoord wilden worden en die helaas de voorstelling hebben verstoord. Maar we waren voorbereid op erger.' Op straat gingen de discussies tijdens de voorstelling door. 'Even verderop hield Jake Goodman een tegendemonstratie. Op zijn bord stond: "Een ondoordacht protest is een gevaarlijk protest". Terwijl Goodman door allerlei demonstranten fel werd aangesproken, wandelde een donkere man hoofdschuddend door de menigte. "Jullie zijn net de Bloods en de Crips", zei hij, refererend aan de notoire straatbendes uit Los Angeles. "Jullie gaan dit nooit oplossen."'
Frits van der Waa (Volkskrant 27/10, **) toog naar Brussel voor de opera Shell Shock van Nicholas Lens, op tekst van Nick Cave. De Munt gaf het stuk 'een theatrale enscenering, maar is muzikaal gesproken een oratorium. Een verhaal is er niet; in twaalf 'canto's' komen prototypes van door de oorlog getroffenen aan het woord, zoals de Soldaat, de Verpleegster, de Deserteru, de Gevallenen, de Moeder en de Wezen.' Lens componeerde 'steeds weer dezelfde melodische frasen op vrijwel steeds dezelfde grondtoon, met steeds diezelfde monotone kwartenmotoriek van circa zestig slagen per minuut. De dramatisering voegt er bitter weinig aan toe.' De uitvoering wisselt tussen 'fraai' en 'niet al te sterk'. 'Wel geslaagd is het fraaie decor van Eugenio Szwarcer... Voor het overige is dit een werk dat maar snel moet worden vergeten.'
Peter van der Lint (Trouw 27/10, ***) is positiever gestemd over de opera van Lens: 'het moet gezegd dat de teksten van Cave zich kunnen meten met die van dichtersoldaat Wilfred Owen. En hoewel de muziek van Lens zich af en toe soepel om Cave's woorden plooit, vraag je je onwillekeurig toch af hoe ze door hemzelf zouden zijn getoonzet. Lens lijkt soms niet te kunnen kiezen en wisselt schijnbaar willekeurig tussen enorme bakken herrie, clichématig hedendaags gepruttel en welluidende hymne-achtige gezangen. En de slotscène met zingend kind komt gevaarlijk dicht bij 'het zigeunermeisje met traan'. Maar los van die clichés maakt Shell Shock zeker indruk.'
Ook Joep Stapel (NRC 27/10, ***) is redelijk positief over Shell Shock: 'De muziek van Lens is vaak niet bijzonder gelaagd, maar wel zeer effectief. Vooral woede en waanzin weet hij scherp te verklanken. Op verstilde momenten schuurt Lens gevaarlijk langs het pathetische, zoals aan het slot, waar een wees zijn ouders bezingt. De uitvoering onder Koen Kessels is voortreffelijk, met sterke, steeds van rol wisselende solisten. De dramaturgie is niet overal dwingend, maar (choreograaf) Cherkaoui weet fragmenten knap te binden tot een overtuigende voorstelling. Szwarcers videoprojecties zijn soms magisch in het decor geïntegreerd.'
Over het beleg van Leningrad 'heeft de Britse historicus Brian Moynahan een zeer leesbaar, maar rommelig vertaald boek geschreven, Symfonie van honger, dood en hoop, Leningrad 1941-1943. De met veel kunst- en vliegwerk georganiseerde uitvoering van de Zevende Symfonie, die Dmitri Sjostakovitsj eind 1941 voor zijn belegerde geboortestad schreef, vormt er het theatrale middelpunt van.' Aldus Michel Krielaars (NRC 24/10, ***). 'Daaromheen drapeert Moynahan verslagen van het chaotische krijgsgewoel, waarbij je de draad soms kwijtraakt. Tot aan zijn evacuatie uit Leningrad werkte Sjostakovitsj al op volle kracht aan zijn Zevende, aangemoedigd door Stalin die besefte dat hij de intelligentsia nodig had om de moreel van zijn volk op te krikken. In Leningrad was Sjostakovitsj ook actief als vrijwillige brandweerman.'Time riep hem ook daarom uit tot man van het jaar 1942. Sjostakovitsj 'leek nu onaantastbaar, al zou de angst voor het regime zijn verdere leven beheersen. In de Zevende had hij tenslotte niet alleen de nazi's maar ook de Stalin-terreur gekritiseerd.'
Joep Stapel is redelijk enthousiast over het 'snedig operadebuut van Marijn Simons' (NRC 27/10, ***), Emilia Galotti, naar een toneelstuk van Lessing uit 1772: 'de intrige is onderhoudend, evenals Simons' kleurige, originele muziek, met hoofdrollen voor koper en slagwerk. Vanaf de stekelige ouverture is onrust de rode draad van de handeling. Alleen Emilia zelf legt zich in de mooie slotscène neer bij haar noodlottig einde, door Simons haast wagneriaans getoonzet.'
Sjostakovitsj' Vierde Symfonie werd door het Concertgebouworkest gespeeld onder leiding van Andris Nelsons. Volgens Misha Spel (NRC 24/10, ****) realiseert hij ' een dramatische visie op het werk en hield overal controle. En de Vierde is een showcase voor alle solisten in het orkest. Daarin glorieerde het KCO.'
NRC (27/10) maakt melding van de dreigende subsidiekorting voor de Munt-opera in Brussel. Intendant Peter de Caluwe vreest voor een 'noodseizoen' of misschien zelfs een 'black out'.
CD's
Guido van Oorschot (Volkskrant 22/10, ****) koppelt lof aan waarschuwing: de cd met de Vioolconcerten 1 en 2 van Sjostakovitsj, door Christian Tetzlaff met het Helsinki Philharmonic Orchestra olv John Stargards, is geen onbekommerd plaatje. 'Dreiging en scherts die nooit echt grappig wordt, kleuren de visie van de Duitse violist Christian Tetzlaff. Met Sjostakovitsj' Tweede vioolconcert, geschreven in 1967, wordt de cd er niet vrolijker op. In het langzame deel draaien Tetzlaff en de Finnen somber om elkaar heen, alsof ze de noten hebben gevonden op het strand van Repino, waar taaie Sjostakovitsj-angsten nog bleken te leven.'
'Met recht legendarisch' volgens Erik Voermans (Parool 23/10, *****), het concert op 28 mei 1975 door 'gitarist Robert Fripp en klankmagiër Brian Eno'. Tot nu toe waren er van dat concert alleen illegale opnamen en 'de verhalen. Over het publiek, dat danig in verwarring was gebracht door de muziek [...] die met rock weinig te maken had. Die lag eerder in het verlengde van het minimalisme van de Amerikaanse componist Terry Riley. [...] een donkere, zinsbegoochelende instrumentale fatasmagorie, met momenten van geconcentreerde verstilling en een aangrijpende intensiteit. Frasen worden soms krakend en krijsend abrupt afgekapt, of zingen juist in een oneindigheid door de octaven, waarbij zich soms verbijsterende registerwisselingen voordoen.' Door DGM op 3-CD.
'Expressief Oestvolskajaans gedram, een desolate sfeer en nauwelijks hoorbaar volume komen fenomenaal tot uitdrukking', schrijft Frederike Berntsen (Trouw 24/10, ****) over de cd met het Trio voor klarinet, viool en piano, uitgebracht op ECM, door Patricia Kopatchinskaja (viool), Markus Hinterhäuser (piano) en Reto Bieri (klarinet). 'Machtig hoe Hinterhäuser als een razende over de toetsen gaat, de violiste slaat gesmoord alarm.'
'Alsof een bom afgaat in een Franse parfumerie: zó bedwelmend en explosief is de Turangalîla-symfonie van Olivier Messiaen', schrijft Floris Don (NRC 27/10, ****). 'Uitstekend is de nieuwe opname van Hannu Lintu en het Fins Radio Symfonieorkest. De ritmes zijn hypnotiserend precies.'
NRC meldt dat twee cd's door het Nederlands Philharmonisch Orkest genomineerd zijn voor een Edison in de categorie Opera: Orest (Trojahn) en Der Schatzgräber (Schreker).