Quantcast
Channel: MuziekvanNu
Viewing all articles
Browse latest Browse all 228

Tarenskeens Luther: ontsnappen aan de dressuur van een genre

$
0
0
Boudewijn Tarenskeen
Anaïs López
Denk niet dat je een concert bezoekt als je naar een stuk van Boudewijn Tarenskeen gaat. Je krijgt een voorstelling te zien, als in het theater, dat wil de componist in ieder geval duidelijk hebben. Tarenskeens theatraal angehauchte stukken gaan bijna zonder uitzondering over herinnering, over genres, over dogma’s en over andere kunstwerken. De Winterreise met Wende Snijders, Parsifal en de Mattheus Passie waren al eens onderwerp van Tarenskeens eigen muziek. 
 
Niks geen genieten van een avondje oratorium: bij Tarenskeen word je als toeschouwer op jezelf teruggeworpen. Zijn muziek is als het live-commentaar van de regisseur, bij een film die je dacht te kennen.
 
 
Op zoek naar een vervangend verhaal 
 
In de politiek gekleurde jaren zeventig had Boudewijn Tarenskeen zijn ‘religieuze roots’ vaarwel gezegd, tot hij vijftien jaar geleden koralen ging componeren. Dat ging hem naar eigen zeggen verbazingwekkend goed af: ‘In die religieuze muziek had ik dus iets gevonden. Sindsdien ben ik dat aan het onderzoeken in mijn muziek – wat er nog in me zit aan spirituele energie. En dat is heel veel.’ 
 
Dat betekent geenszins dat Tarenskeen naar het geloof is teruggekeerd: ‘Ik geloof niet meer en ik ben tegen instituties zoals de kerk, die alleen maar narigheid hebben voortgebracht. Ik ben wel op zoek naar een vervangend verhaal. Dat heb ik nog niet gevonden.’
 
Ook Luther is ontstaan vanuit Tarenskeens fascinatie voor godsdienst, kerkmuziek en genres. ‘Ik vraag me als componist af hoe je die genres met hun vaste patronen nog kunt benaderen. Een oratorium is prettig, want je weet altijd wat er komt: solo, koor, solo. Ik zoek altijd naar een Fremdkörper. In de Winterreise was dat Wende Snijders — zij heeft niks met die materie, dus die staat zich daar 70 minuten lang te verdedigen op het podium.’
 
In Luther is die Fremdkörper de acterende ‘tolk’ (Titus Muizelaar) die Tarenskeen naast de zingende Luther (Michel Poels) zet. Alles wat Poels zingt in het Duits, wordt door Muizelaar meteen vertaald naar het Nederlands. ‘Muizelaar geeft het je voor je kiezen. Dat is ook wel nodig, want het libretto is geen poëzie. Het bestaat uit de letterlijke Wittenbergse stellingen van Luther en uit diens commentaar op Erasmus in de Paradoxen. Regisseur Gerardjan Rijnders heeft daar een epiloog aan toegevoegd.’
 
 
Luther raakt de weg kwijt
 

 
Na zijn werken Jephta en de Mattheus Passie neemt Tarenskeen in Luther het oratorium-genre voor de derde keer onder de loep. Dit keer is het koor achter het publiek opgesteld, waar het onzichtbaar een dominante rol speelt. Het vormt, in de woorden van Tarenskeen, ‘een meerkoppig monster’ dat zich opwerpt als goegemeente, als tragisch koor, als de stemmen in Luthers hoofd, als kunstkoor, als festivalpubliek en als ‘de wereld’. Het bestaat uit meerdere personages: een ‘bipolaire alt’ die alleen maar ‘Liebe’ roept, een afatische man die probeert te praten, kletsend publiek, sissende beesten en heksen.
 
In het eerste deel maken we Luther mee als de revolutionair die zijn stellingen als manifest tegen de deur van de kerk spijkert. In het tweede existentiëlere deel wordt hij geconfronteerd met Erasmus’ geschriften over de vrije wil. ‘Erasmus bracht Luther aan het wankelen. In dat tweede deel raakt Luther helemaal de weg kwijt. De tolk zingt hem dan dingen voor, daar gaat Luther een grens over. Langzaam wordt hij krankzinnig en valt hij uiteen in meerdere personages.  
 
‘De epiloog van Gerardjan begint als manifest: hij is homoseksueel en atheïst, dus je begrijpt dat hij stelling neemt tegen de kerk. Oog om oog, tand om tand. Maar aan het eind wordt hij persoonlijk, met teksten als ‘we zijn naakt en er is niemand die van ons houdt.’
 
 
Het genrestuk als dressuur
 
Tarenskeen: ‘Ik benoem wat we vergeten, het automatisme. Dat is wat Alain de Botton zo goed beschrijft: we zijn ons niet meer bewust van onze omgeving, van hoe de dingen in elkaar steken. Dat is met genrestukken ook zo. We horen niet meer dat ergens een regelmaat of hiërarchie in zit. Die dingen stip ik in mijn werk aan. We zijn beland in iets dat we normaal vinden, maar het is bijna dogmatisch waar we naar luisteren. Een dirigent, een solist, opkomst, het hele ritueel waar we nog steeds aan vastzitten.’
 
Wat wil je met dat blootleggen aantonen of zeggen? ‘Dat het een gevangenschap is, een dressuur, waar ik last van heb. Je zou inderdaad kunnen zeggen ‘verzin een eigen vorm’ maar ik denk dat ik dat niet kan. Ik kan ook niet zomaar een stuk muziek schrijven, dat lukt me niet meer. ik moet uitgaan van een defensieve situatie. Daar heb ik mezelf in gepositioneerd.’ 
 
‘Neem zo’n oratorium: een totaal geschifte, vaste vorm die door de kerk is uitgevonden. Ik ben het paard van Troje: ik doe er aan mee, maar ik ga me vervolgens zó ontzettend ergeren. Dan komt er een energie vrij, niet om die traditie te ondermijnen, maar wel om een uitweg te vinden, om mijn eigen verhaal te vertellen. Die uitwegen zijn heel klein. Af en toe vind ik iets waarvan ik denk: dat hebben ze laten liggen.’
 
Wat hebben ze in het oratorium laten liggen? ‘Een grote ingreep in dit verhaal is dat ik Gerardjan Rijnders heb uitgenodigd er een punt achter te zetten: dat is ondenkbaar in een normaal oratorium. Ik zeg niet: wat zijn al die mensen stom geweest. Ik heb het genre daarmee alleen geactualiseerd.’
 
Maar je stelt er niet een zelfbedacht genre voor in de plaats? ‘Nee, dat bestáát niet. Of je zou het een installatie moeten noemen. Veel van mijn vocale muziek (die meestal veel te lang is) is zich eigenlijk ook aan het herinneren en neemt daar de tijd voor. Het is muziek op zoek naar haar eigen stijl. Ik ben geen publieksschokker.’
 
 
 
Boudewijn Tarenskeen, Luther: Cappella Amsterdam o.l.v. Daniel Reuss | Michel Poels - Luther (bariton) |Titus Muizelaar - zijn tolk (acteur) | Gerrie Meijers - orgel | Paul Koek/Veenfabriek - regie | Uri Rapaport - lichtontwerp | Elian Smits – scenografie | Gerardjan Rijnders - schrijver van het epiloog
 
 
 
Categorie: 

Viewing all articles
Browse latest Browse all 228