
Geruchtenmolen, wandelgangencircuit, roddels, informele communicatie, voorloper van de sociale media, tamtam. Toch altijd gedacht dat de tamtam van oorsprong een oerwoudinstrument was, waarmee boodschappen over grote afstand luid werden doorgegeven. En daarom ook altijd gedacht dat het een houten instrument was, met een vel bespannen, want stammend uit een van de meest primitieve fasen van onze samenleving. Tegelijk een soort NSA avant la lettre, want een boodschap die met de tamtam werd verbreid, was sneller dan degene op wie die boodschap betrekking had: ‘De varkensrover is in de buurt’ – en ieder zou zijn eigen varkens in veiligheid hebben gebracht, voordat de rover kon toeslaan.
Ik had die illusie graag behouden; dus toen bij de introductie van een concert in het Muziekgebouw aan ’t IJ werd gezegd dat in Death of Light, Light of Death van Jonathan Harvey één en dezelfde instrumentalist de harp en de tamtam zou bespelen, stelde ik mij daar iets anders bij voor dan er uiteindelijk op het podium te zien was. Dat was geen tamtam, die daar achter harpiste Ernestine Stoop hing, dat was, dacht ik, een gong. En toen zij er een diepe, doffe klank aan ontlokte, bleef het voor mij nog steeds een gong.
Death of Light, Light of Death is – dit terzijde, maar het is wel de hoofdoorzaak waardoor die tamtam zo’n indruk maakte – een indringend stuk muziek waarin behalve harp en tamtam drie strijkers te horen zijn (viool, altviool en cello), maar vooral de hobo. Met diens rauwe klanken zet het stuk in en zijn rol is zelfs zo groot dat de hoboïst soms handen te kort komt, zodat de naast hem zittende violiste het losse blad met zijn partij moet wegtrekken.
Links de hobo, rechts de harp (en de tamtam), tot in de opstelling op het podium vind je sporen van het triptiek waarop de compositie is gebaseerd, het beroemde Issenheimer altaar van Matthias Grünewald.[i] Zo wordt in één moeite door bij ons het oude voornemen nieuw leven ingeblazen om reizend van zuid naar noord eens een omweg te maken via het museum in Colmar.
Die rauwe kreet, die na het begin nog een paar keer wordt herhaald, versterkt de indruk dat deze muziek in directe verbinding staat met oerklanken en primitieve psychologie, met een wereld waarin de tamtam de verspreider is van berichten. Maar wat is de boodschap die ze verspreiden? Soms worden de strijkinstrumenten en de harp zo licht aangeraakt dat het eerder een tasten naar muziek is dan een spelen ervan. Het is muziek die al spelend lijkt te moeten worden uitgevonden, die zich verborgen houdt in het instrument en er met zachte klopjes uit tevoorschijn wordt geroepen.
Het is dan ook vooral rituele muziek. Volgens de toelichting in het programmaboekje wordt de verschrikking van de dood en het lijden omgebogen tot een sprankje hoop. Dat is wat de kruisigingsscène op het altaar van Grünewald teweeg brengt. Maar wat er verder ook staat over de inspiratie door scènes op dit altaar, nergens in deze muziek wordt een appèl gedaan op een traditioneel religieus wereldbeeld. Het is muziek van een oergodsdienst, een ritueel dat eerder aan de natuur lijkt te zijn ontleend dan aan het katholicisme van de late Middeleeuwen.
Het rituele karakter wordt meer en meer versterkt door het instrument dat de harpist binnen handbereik heeft hangen en dat er dus uitziet als een gong, maar dat de tamtam moet zijn. Vertwijfeld google ik na afloop wat informatie over het instrument bij elkaar. Mijn zekerheid wankelt snel, want de tamtam blijkt wel degelijk van metaal te zijn, een instrument zonder vastgelegde toonhoogte, familie van niet alleen gong, triangel en koebel, maar – ik kies de relaties graag zo primitief mogelijk – ook van aambeeld en zweep. Een instrument dat erin hakt. En dan staat er vervolgens nog hatelijk onderaan het lemma: ‘de tamtam dient niet te worden verward met de tom-tom, een trommel’.
Vervolgens smeden we het ijzer als het nog heet is en reizen bij de eerste gelegenheid over Colmar, met behulp van onze eigen navigatietrommel. We hebben ons voorbereid en het een en ander gelezen, maar als we tegenover het altaar staan, wordt alle kennis ervan overbodig. Wat een beeldrijkdom, wat een kleur. Wat zijn we blij dat de indringende geruchtenmachine van Jonathan Harvey ons hiermee oog in oog heeft gebracht.
Het betreffende concert van het Nieuw Ensemble wordt op Goede Vrijdag, 18/04, vanaf 8:40 uur uitgezonden door de Concertzender.
[i] Als je eenmaal het verband hebt gelegd tussen deze opstelling en de inspiratiebron, begrijp je niets van de versie van Ensemble Proton Bern op YouTube: wat doen harp en hobo daar naast elkaar? en waarom hangt de tamtam zo prominent tussen publiek en harp in plaats van achter de laatste verscholen?