
Werd er vorige week al uitvoerig bericht over het dirigeerdebuut in het Amsterdamse Concertgebouw van sopraan Barbara Hannigan, op 11 april had de Volkskrant een longread van Persis Bekkering over vrouwen op de bok. Hannigan: ‘We moeten een nieuw 'normaal' creëren zodat kinderen al zien dat het gewoon kan.' Er worden op het moment nauwelijks vrouwen voor het vak opgeleid. De twee belangrijkste Nederlandse conservatoria waar je directie kunt studeren, het Conservatorium van Amsterdam en ‘het Koninklijk’ in Den Haag, hebben al jaren geen vrouwen meer in de directieopleiding. Met een sporadische studente koordirectie houdt het op. Heel af en toe, de orkesten vragen gemiddeld 1x per jaar een vrouw, dirigeren in Nederland circa tien vrouwelijke dirigenten uit binnen- en buitenland (o.a. Alsop, Mälkki, Zhang...). Hannigan ziet zichzelf in de toekomst wel vaker dirigeren: ‘maestro's gaan nooit met pensioen, die gaan tot ver in de tachtig door.’ Ze verheugt zich er al op: 'Een oude vrouw voor het orkest, dat heeft niemand nog meegemaakt.'
Ter ere van de 70e verjaardag van Harry Sparnaay interviewde Koen Schouten (de Volkskrant, 10/04) deze alleskunner op de basklarinet. ‘De prominente rol die het ooit onbeduidende instrument vervult in de hedendaagse muziek is aan hem te danken. Hij vernieuwde in zijn eentje de speeltechniek. Harry Sparnaay wordt wereldwijd beschouwd als dé autoriteit op het gebied van de basklarinet.’ Met ogenschijnlijk gemak speelt hij de moeilijkste composities: ‘Alsof een vogeltje aan je raam kwam zitten en een deuntje floot: zo klonken de technisch halsbrekende composities van Iannis Xenakis, Brian Ferneyhough, Jos Kunst en talloze anderen bij Sparnaay. Het was altijd muziek.’ Als kind begon Sparnaay in de Amsterdamse Pijp op de accordeon, later stapte hij over op de tenorsax, waarmee hij toelatingsexamen deed op het conservatorium. Zijn muzikale helden waren toen John Coltrane en Stan Getz. Hij werd aangenomen op voorwaarde dat hij switchte naar de klarinet. Na een keer spelen op de basklarinet, was hij verkocht: ‘Dit is mijn instrument’. Vijftig componisten schreef hij aan om nieuwe werken voor hem te maken, want alleen met repertoire, dat er tot dan toe nauwelijks was, kon een carrière worden opgebouwd. En zo geschiedde: ‘Een halve eeuw, duizenden internationale concerten en zeshonderdvijftig speciaal voor hem gecomponeerde stukken later stopt de baanbrekende basklarinettist ermee.’
Een hippe variant van het inmiddels behoorlijk herkauwde Canto Ostinato heeft het weer geflikt, zo bericht Nell Westerlaken in de Volkskrant van 12/04: 'Canto Ostinato Audio Visual is door ZKH Willem Alexander gekozen om uitgevoerd te worden op het eerste Koningsdagconcert op 26 april. De ingrediënten van deze hippe versie: Gwyneth Wentink (1981) op harp, de elektronische geluidseffecten van Wouter Snoei (1977) en de abstracte lichtprojecties van vj Arnout Hulskamp (1978).' Wentink bewerkte het stuk voor harp en vond sonoloog Wouter Snoei bereid om mee te werken: 'Normaal ben ik niet zo bezig met melodie en ritme', zegt Snoei, 'maar dit lag in m'n straatje. Ik voeg klankkleur toe met af en toe een verwijzing naar dancemuziek.' Volgens de bewerkers zou Ten Holt zich hebben kunnen vinden in de nieuwe creatie, hij beschouwde het stuk als een uitgangspunt waaraan iedere componist/uitvoerder het zijne kon toevoegen. Behalve op Koningsdag enkele fragmenten, op 2 mei nog integraal te zien en beluisteren in Theater aan het Spui, Den Haag. Een cd verschijnt op 25 april.
Recensies
Peter van der Lint is in Trouw (14/04,****) maar matig te spreken over de zijns inziens wat steriele enscenering door Christof Loy van Arabella (1936), product van de laatste samenwerking tussen Richard Strauss en librettist Hugo von Hoffmannssthal. Afgelopen weekend ging de productie in première bij De Nationale Opera. Zeer enthousiast is hij echter over de cast, ‘puntgave Arabella’ gezongen door sopraan Jacquelyn Wagner, de ‘al even mooie stem van Agneta Eichenholz’, als zusje Zdenka, en ‘ontzettend leuk is het om Charlotte Margiono terug te zien bij de opera, en dan nog wel in zo’n goeie vorm. Ze maakt van Adelaide [moeder van de zussen] een compleet en aandoenlijk personage.’ Dirigent Marc Albrecht voegt met Arabella‘een nieuwe Strauss-triomf’ toe aan zijn lijstje.
Ook NRC en Parool berichten over de première: in de NRC (14/04, regie & zang ****, orkest *****) is Mischa Spel juichend over Wagner: ‘een ster van morgen; haar Arabella is zeker in de hoogte meeslepend soepel’. Ook hier enthousiasme over de comeback van Margiono: ‘Met opgewonden moeder-de-gans-gedrag vervat zij op droogkomische wijze zorg, apenliefde en levenspaniek in een paar rake noten.’
Erik Voermans is er in Het Parool ook vol van: ‘Je kunt je blijven verbazen over de majesteitelijkheid van Strauss’ instrumentatiekunst, maar ook over de manier waarop de musici van het NedPho die over het voetlicht weten te brengen.’ Ondanks ‘vocale triomf’ voor de titelrol, ook een puntje van kritiek voor Wagner: ‘scenisch is ze te veel een ijskonijn’. Nu ja.
Een verjaardagsfeestje was er niet alleen voor Harry Sparnaay, maar ook voor Harrison Birtwistle. Ensemble Insomnio vierde de bijna 80-jarige componist op 10/04 in het Muziekgebouw aan ’t IJ met diens werken Silbury Air (1977) en Secret Theatre (1985). Roeland Hazendonk in Het Parool (11/04, ***): ‘Ze zijn vooral ritmisch lastig te behappen - niets ligt op de tel en het wemelt van dichtslibbende, over elkaar gelegde ritmische lagen. Als het even kan klinken er harde dissonanten, maar wie goed luistert, hoort eigenlijk heel simpel herhaalde archaïsche melodieën verwant aan oude Keltische volksmuziek.’
Ook nieuw werk van Robin de Raaff. Zijn Percussion Concerto werd door Insomnio in Nederlandse première gebracht. ‘Ook De Raaff heeft een ouderwetse hang naar abstractie, maar die klinkt minder dissonant dan bij de componisten van een oudere generatie.’ Hazendonk noemt zijn stuk ‘goed gestructureerd’ en in het middendeel ‘heel eigen van sfeer’. Insomnio leverde ‘meer dan degelijke, enthousiast gespeelde uitvoeringen die prima overeind bleven staan.’ Joep Stapel kent in de NRC (11/04) vier sterren toe: ‘Birtwistles druistige klanktheater uit 1985 [...] laat zich beluisteren als een visie op de geboorte van de muziek, vol mysterieuze geluiden en de suggestie van blootgelegde oerklank.’ De Raaffs stuk met slagwerker Diego Espinosa in de hoofdrol noemt hij ‘aanstekelijk’: ‘Na een magische marimbasolo, als een onderwatergamelan, wordt de knoop van het Slagwerkconcert strak aangetrokken en spat dan daverend uiteen op de grote trom.’
Cd’s
Vier sterren van Erik Voermans (Parool, 10/04) voor de cd In 27 pieces - The Hilary Hahn encores (DG). De violiste vroeg om eigentijdse toegiften, en kreeg ze!, van o.a. David Lang, Jennifer Higdon, Einojuhani Rautavaraa, Mark-Anthony Turnage, Valentin Silvestrov en Nico Muhly. Het resultaat: ‘een bonte waaier van fijne speelstukken, van het ritmisch opwindende Memory games van Avner Dorman, het virtuoze, versplinterende Shade van Richard Barrett tot, helemaal aan de andere kant van het spectrum, het diep romantische Farewell van David Del Tredici.’
De Parooljournalist schrijft ook over de nieuwe cd van Bryce Dessner en Jonny Greenwood (10/04, ***), Copenhagen Phil speelt onder leiding van André de Ridder. Misschien is de crisis in de nieuwe muziek wel op z’n retour, zo beweert Voermans: ‘de jonge componisten van nu staan in veel gevallen met één been in de avant- garde [...] en met het andere in de pop, de dominante muziekstroming van hun eigen tijd.’ Dessner en Greenwood, gitaristen van respectievelijk The National en Radiohead, volgden de moderne muziek op de voet: Bartók, Ligeti, Feldman, Riley en Reich. ‘Dat is allemaal terug te horen in zowel Dessners St. Carolyn by the Sea als Greenwoods suite uit de filmmuziek van There will be blood. Het schiet stilistisch alle kanten op en is niet altijd even sterk, maar door de diepe muzikaliteit van beide makers verwordt het nergens tot los zand. En de onbekommerdheid van hun visie heeft iets verheffends. Crisis? Welke crisis?’
In de Volkskrant van 9/04 geeft Biella Luttmer vier sterren aan Berlioz’ Symphonie Fantastique en Varèses Ionisation (BR Klassik). Mariss Jansons leidt het Symfonieorchester des Bayerischen Rundfunks ‘schitterend gedoseerd en spannend’.
Peter van der Lint bespreekt in Trouw (11/04, ****) het bij DG verschenen The Gospel according to the other Mary van John Adams en Peter Sellars, ook vorige week al in onze persrubriek genoemd. ‘De ongemeen sterke partituur van ruim twee uur wordt door Dudamel, zangers en het Los Angeles Philharmonic voorbeeldig uitgevoerd. Het is bij tijd en wijle zinderende muziek, die zich oprecht en eervol verhoudt tot de passies van Bach.’